In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Verzekeringen (de laatste!)
Slide 1 - Tekstslide
Welke wet zorgt ervoor dat je geld krijgt als je (deels) arbeidsongeschikt wordt verklaard?
A
AOW
B
WW
C
Bijstand
D
WIA
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer krijg je een AOW uitkering
A
55 jaar
B
65 jaar
C
70 jaar
D
75 jaar
Slide 3 - Quizvraag
Iedereen heeft recht op WW
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Als je buiten je eigen schuld ontslagen wordt, krijg je...
A
Een WW-uitkering
B
Een AOW-uitkering
C
Bijstand
D
WIA- uitkering
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een uitkering?
A
geld dat je van de overheid krijgt, als je niet kunt werken of niet
meer hoeft te werken
B
geld dat je van de overheid krijgt als je de huur niet kunt betalen
C
salaris + toeslagen die je ontvangt
D
sociale premies die je moet betalen en ingehouden wordt van je loon
Slide 6 - Quizvraag
Onder welke sociale verzekering valt de AOW?
A
Werknemersverzekering
B
Volksverzekering
C
Levensverzekering
D
Zorgverzekering
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Wat is het verschil tussen het kapitaaldekkingsstelsel en het omslagstelsel?
Slide 9 - Open vraag
Wat is vergrijzing?
A
Het aantal kinderen neemt toe
B
Het aantal mensen neemt toe
C
Het aantal ouderen neemt toe
D
Mensen krijgen meer grijs haar
Slide 10 - Quizvraag
Welk gevolg heeft de vergrijzing?
A
Er rijden steeds minder auto's.
B
De AOW leeftijd gaat omhoog.
C
Er wordt meer haarkleuring verkocht.
D
De AOW leeftijd gaat omlaag
Slide 11 - Quizvraag
Wat kan je vertellen over ons stelsel van sociale zekerheid?
A
Het helpen van personen die financiële problemen krijgen zoals uitkeringen bij ziekte en werkeloosheid.
B
Het sociale leven van mensen analyseren en wetten erop aanpassen.
C
De sociale activiteiten van de burgers in kaart brengen en voorzien in hun wensen en behoeften.
D
Geen enkele antwoord is juist.
Slide 12 - Quizvraag
Bart krijgt een loonbriefje met daarop het bedrag van de loonheffing. Zijn werkgever houdt dit geld in op zijn loon en draagt het af aan de belastingdienst. De loonheffing is een combinatie van twee heffingen van de overheid.
Noteer uit welke twee heffingen de loonheffing van Bart bestaat.
A
btw en loonbelasting
B
btw en sociale premies
C
loonbelasting en inkomstenbelasting
D
loonbelasting en premies volksverzekeringen
Slide 13 - Quizvraag
UWV is de afkorting van
A
Uitvoeringsinstituut Werkzoekendeverzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut Werkgeversverzekeringen
C
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
D
Uitvoering Wet Voorzieningen
Slide 14 - Quizvraag
De AOW uitkeringen worden betaald vanuit de premies die betaald worden in dezelfde periode. Dit noemen we...
A
omslagstelsel
B
kapitaaldekkingsstelsel
C
verzekeringen
D
sociale premies
Slide 15 - Quizvraag
Een voordeel van het omslagstelsel is.....
A
Je kunt een dergelijk systeem pas na jaren invoeren, omdat er eerst gespaard moet worden.
B
Je kunt dit systeem meteen toepassen en hoeft niet eerst een tijd te sparen.
C
Je kunt de premies niet aanpassen als er meer geld nodig is.
D
Er zijn geen voordelen aan dit systeem.
Slide 16 - Quizvraag
Een voordeel van het kapitaaldekkingsstelsel is.....
A
Je kunt de premies meteen aanpassen als er meer geld nodig is.
B
Mensen sparen zelf voor hun eigen uitkeringen, hierdoor is er geen probleem bij vergrijzing.
C
Wanneer de beleggingen tegenvallen, is minder geld beschikbaar.