Vervoer over het spoor

Vervoer over het spoor
Vakgebied/thema
doelgroep 
Benoemen volgens didactisch verantwoord model (DIM)
Vakgebied: wereldzaken
Thema: vervoer

Structuur volgens het Directe Instructie Model
Groep 6/7
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vervoer over het spoor
Vakgebied/thema
doelgroep 
Benoemen volgens didactisch verantwoord model (DIM)
Vakgebied: wereldzaken
Thema: vervoer

Structuur volgens het Directe Instructie Model
Groep 6/7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIM fase: oriëntatie en terugblik.

De leerlingen maken een woordwolk aan de hand van de vraag: "waar denk je aan bij vervoer over het spoor?"
De leerlingen sturen hun antwoorden in via de website van LessonUp.

Op de volgende slide zien de leerlingen een filmpje over de eerste trein in Nederland ter introductie op het onderwerp en om interesse te wekken.
Waar denk je aan bij 'vervoer over het spoor'?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les...
  • weet je hoe de ontwikkeling van de trein is verlopen van stoomtrein naar elektrische trein en kun je dit weergeven op een tijdlijn.
  • begrijp je het verschil tussen stoom-, diesel- en elektrische treinen en kun je de voordelen en nadelen van de treinen benoemen.
  • ken je de geschiedenis van het treinvervoer in Nederland.
  • kun je met een zelfgemaakte tekening een van de treinsoorten weergeven.
DIM-fase: oriënteren.

De leerlingen krijgen te horen wat zij gaan leren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan wij doen?
1. In tweetallen de tijdlijn op het werkblad invullen. 
2. Tekening van een trein maken op het werkblad.
3. Quiz. 
4. Evaluatie.
DIM-fase: instructie

De leerlingen krijgen te horen wat zij gaan doen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijk de tekst lezen
DIM-fase: begeleide inoefening.

De leerkracht leest de tekst 'Vervoer over het spoor: Met de trein', van Slimme Teksten, voor aan de klas. De leerlingen onderstrepen of markeren tijdens het lezen de woorden die zij niet begrijpen. 

De moeilijke woorden worden op de volgende slide behandeld.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIM-fase: begeleide inoefening.

De leerlingen sturen de woorden in die zij hebben onderstreept tijdens het lezen. Deze worden vervolgens klassikaal behandeld. De leerkracht kan leerlingen vragen de begrippen uit te leggen of dit zelf te doen. Dit is afhankelijk van de groep en tijd. 
Moeilijke woorden
uit de tekst

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tijdlijn invullen op het werkblad
DIM: zelfstandige verwerking.

Leerlingen gaan in tweetallen de getallenlijn op hun werkblad invullen. De gegevens halen zij uit hun leestekst. Hier krijgen zij 5 minuten voor. Ze mogen zachtjes overleggen, daarom staat het stoplicht op groen. Praten is dus toegestaan.

De leerlingen kunnen de tijd zelf in de gaten houden via de timer. Wanneer het geluid afgaat leggen de leerlingen hun pennen/potloden weg, zijn zij stil en kijken ze mee naar het bord.
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdlijn invullen op het digibord
DIM: zelfstandige verwerking.

Het invullen van de tijdlijn wordt nabesproken. De leerkracht vraagt enkele leerlingen om het getallenlijn op het digibord in te vullen. Leerlingen gaan in tweetallen de getallenlijn op hun werkblad invullen. Alleen de leerlingen die de beurt krijgen mogen praten, daarom staat het stoplicht op oranje. Praten is dus alleen toegestaan voor degene die de beurt heeft.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op werkblad een tekening maken
Stap 1: kies een soort trein
Stap 2: zoek op internet hoe jouw treinsoort eruit ziet
Stap 3: teken jouw trein in detail
Stap 4: uploaden tekening 

Let op: hoe ziet de omgeving eruit?


DIM: zelfstandige verwerking.

De leerkracht legt kort uit welke stappen de leerlingen nemen om aan de volgende opdracht te voldoen: trein tekenen. Leerlingen mogen niet overleggen (rode stoplicht) en hebben 15 minuten. 

Voldoende tijd over? Dan kunt u doorklikken naar de volgende slide 'Tekeningen delen en categoriseren'.
Onvoldoende tijd? Dan kunt u door naar de quiz en kunnen de leerlingen op een later tijdstip de tekeningen afmaken. De tekeningen kunnen in de volgende les gebruikt worden om de voorkennis op te halen.
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekeningen delen
DIM-fase: Zelfstandige verwerking.

Leerlingen delen hun tekeningen via LessonUp. Wanneer ze allemaal binnen zijn gaan zij deze op de volgende slide categoriseren. De leerkracht kijkt zo of leerlingen hun tekeningen hebben gemaakt aan de hand van eigenschappen van de verschillende treinen en of andere leerlingen dit ook kunnen herkennen.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stoomtrein
Dieseltrein
Elektrische trein
Kogeltrein

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quiz

* Je kiest A, B, D of D.

* Je krijgt 30 seconden om te kiezen.

* Lees de vraag goed!!! 
DIM-fase: Evaluatie.

De leerkracht geeft instructie van de quiz - ter evaluatie. Leerlingen kiezen antwoord A, B, C of D. Zij hebben 45 seconden om antwoord te geven. Dit geeft hen tijd om de vraag en antwoordmogelijkheden goed door te lezen. Wijs de kinderen erop dat er goed gelet moet worden op de vraag. Bij de eerste paar wordt er gevraagd naar de juiste stelling en bij de volgende paar naar de onjuiste stelling. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt?

A
Een stoomtrein wordt aangedreven door een stoommachine.
B
Een stoomtrein wordt aangedreven door elektriciteit.
C
Een stoomtrein wordt aangedreven door een dieselmotor.
D
Een stoomtrein wordt aangedreven door zonne-energie.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt?

A
Een dieseltrein wordt aangedreven door een stoommachine.
B
Een dieseltrein wordt aangedreven door elektriciteit.
C
Een dieseltrein wordt aangedreven door een dieselmotor.
D
Een dieseltrein wordt aangedreven door zonne-energie.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt?

A
Een elektrische trein wordt aangedreven door een stoommachine.
B
Een elektrische trein wordt aangedreven door elektriciteit.
C
Een elektrische trein wordt aangedreven door windenergie.
D
Een dieseltrein wordt aangedreven door zonne-energie.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt?

A
Een stoomtrein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur
B
Een kogeltrein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur
C
Een elektrische trein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur
D
Een dieseltrein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt?

A
Een stoomtrein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur
B
Een kogeltrein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur
C
Een elektrische trein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur
D
Een dieseltrein kan snelheden bereiken van meer dan 350 kilometer per uur

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt niet?

A
Stoomtreinen waren snel maar onhandig en zwaar.
B
Dieseltreinen waren zuiniger en sneller dan stoomtreinen.
C
Elektrische treinen hebben geen brandstof nodig.
D
Kogeltreinen worden aangedreven door stoommachines.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt niet?

A
De trein is een Engelse uitvinding.
B
Een elektrische trein rijdt niet harder dan 100 kilometer per uur.
C
Supersnelle treinen in Japan worden ook wel 'kogeltreinen' genoemd.
D
De eerste Nederlandse stoomtrein heet 'De Arend'.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelling klopt niet?

A
De stoomtrein werd uitgevonden in 1825.
B
De dieseltrein werd uitgevonden rond 1900.
C
De eerste echte stoomtrein in Nederland reed in 1901.
D
De elektrische trein reed voor het eerst in Nederland in 1908.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
DIM-fase: Evaluatie.

De leerlingen sturen 3 dingen op die zij deze les hebben geleerd via de link. Zo heb je zicht op wat de kinderen hebben opgestoken en of er aan de leerdoelen is voldaan.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
DIM-fase: Evaluatie.

De leerlingen sturen 2 dingen op waar zij meer over willen weten via de link. Zo heb je zicht op wat de kinderen nog willen weten en kun je meenemen in een vervolgles.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
DIM-fase: Evaluatie.

De leerlingen sturen via de link één ding in die zij niet zo goed hebben begrepen deze les en extra uitleg voor nodig hebben. Zo heb je zicht op wat de kinderen hebben opgestoken en waar nog behoefte aan is ter verduidelijking.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Afsluiting: welke trein zou jij wel eens
in het echt willen zien?
DIM-fase: Afsluiting.

Ter afsluiting wordt de leerlingen gevraagd een poll in te vullen over welke trein zij in het echt zouden willen zien. 
stoomtrein
dieseltrein
elektrische trein
kogeltrein

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies