Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Present simple + present continuous (self-practise)
Present tenses
English practise
With Ms Frijns
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Present tenses
English practise
With Ms Frijns
Slide 1 - Tekstslide
Let's practise the tenses!
In these slides, you are presented with exercises and explanations on:
The present simple
The present continuous
Do the exercises and take notes! You are expected to know this for the next couple lessons.
Slide 2 - Tekstslide
Present Simple: what do you remember?
Slide 3 - Tekstslide
The Present Simple
Slide 4 - Tekstslide
True or false:
'Present' betekent verleden tijd
A
True
B
False
Slide 5 - Quizvraag
Present Simple
'Present' betekent
tegenwoordige tijd
.
Slide 6 - Tekstslide
True or false:
Je gebruikt de present simple voor feiten.
A
True
B
False
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de present simple?
Slide 8 - Open vraag
Present Simple, Present Continuous
'Present' betekent
tegenwoordige tijd
.
Wanneer gebruik je de present simple?
Je gebruikt de
present simple
voor
feiten, regelmatige gebeurtenissen en gewoontes.
(bv: I
always
have football match on Sunday).
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de shit-regel?
Voorbeeldzin: He spells his name.
Slide 10 - Open vraag
True or false:
"Aria and Ben take the train often."
Deze zin is correct.
A
True
B
False
Slide 11 - Quizvraag
True or false:
"Louis walk home every day."
Deze zin is correct.
A
True
B
False
Slide 12 - Quizvraag
Present Simple, Present Continuous
'Present' betekent
tegenwoordige tijd
.
Wanneer gebruik je de present simple?
Je gebruikt de present simple voor
feiten, regelmatige gebeurtenissen en gewoontes
.
(bv: I
always
have football match on Sunday).
Hoe maak je de present simple?
In de present simple gebruik je het
hele werkwoord
als persoonsvorm. Je zet bij
he/she/it
een
-s
achter het werkwoord.(He walk
s
). (
SHIT
-regel)
Slide 13 - Tekstslide
Present Simple, Present Continuous
'Present' betekent
tegenwoordige tijd
.
Wanneer gebruik je de present simple?
Je gebruikt de
present simple
voor
feiten, regelmatige gebeurtenissen en gewoontes
.
(bv: I
always
have
football match on Sunday).
Hoe maak je de present simple?
In de
present simple
gebruik je het
hele werkwoord
als persoonsvorm. Je zet bij
he/she/it
een
-s
achter het werkwoord.(
He
walk
s
). (
SHIT
-regel)
timer
5:00
Slide 14 - Tekstslide
Correct
Incorrect
She talk
(to talk)
He cries
(to cry)
They play (to play)
He misses (to miss)
Belle tries (to try)
It flys
(to fly)
We crashes (to crash)
Slide 15 - Sleepvraag
Present Continuous: what do you remember?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Welke zin staat in de present continuous?
A
I told you so!
B
He cooks for the people at church.
C
I am doing the dishes.
D
Karen was speaking.
Slide 18 - Quizvraag
De present continuous bestaat uit...
He is cooking a meal.
A
1 woord
B
2 woorden
C
3 woorden
D
4 woorden
Slide 19 - Quizvraag
Hoe maak je de present continuous?
Kies uit de volgende onderdelen:
+
+
am/ are/ is
do/ does
have/ has
Hele werkwoord
+ing
+s
Slide 20 - Sleepvraag
Present Continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
Hoe maak je de present continuous?
Slide 21 - Tekstslide
Present Continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
Bij dingen die
nu
gebeuren.
Hoe maak je de present continuous?
Slide 22 - Tekstslide
Present Continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
Bij dingen die
nu
gebeuren.
Hoe maak je de present continuous?
In de present continuous gebruik je de juiste vorm van
'to be' + hele werkwoord + ing
als persoonsvorm.
Slide 23 - Tekstslide
Present Continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
Bij dingen die
nu
gebeuren.
Hoe maak je de present continuous?
In de present continuous gebruik je de juiste vorm van
'to be' + hele werkwoord + ing
als persoonsvorm.
I am telling a story.
They are falling asleep.
Slide 24 - Tekstslide
Present Continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
Bij dingen die
nu
gebeuren.
Hoe maak je de present continuous?
In de present continuous gebruik je de juiste vorm van
'to be'
+
hele werkwoord
+
ing
als persoonsvorm.
I
am
tell
ing
a story.
They
are
fall
ing
asleep.
timer
5:00
Slide 25 - Tekstslide
We ... the dishes right now.
A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do
Slide 26 - Quizvraag
Look! They ... him his present.
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving
Slide 27 - Quizvraag
I ... a book for school right now.
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading
Slide 28 - Quizvraag
She ... her bag all by herself as we speak.
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry
Slide 29 - Quizvraag
He ... in the Alps this weekend.
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing
Slide 30 - Quizvraag
Julie... a lovely sweater for his daughter.
A
is knot
B
was knitting
C
is knitting
D
was knitted
Slide 31 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Present Simple + Present continuous (revision, 2D)
September 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Lesson 7: Recap Present Simple and Present Continuous
September 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Rules, Present Simple and Present Continuous
Mei 2024
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
240522
Mei 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2
Present Simple vs Present Continuous
September 2024
- Les met
21 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
240522
Mei 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 1
Grammar: Past Continuous (verleden tijd, langere vorm)
Juni 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2