Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lezen H3, lezen H4, woordenschat H4, spelling H4, kijk op taal H4 (alleen opdracht 1 en groene blok), poëzie H4, lezen H5
Herhaling voor toets
Lezen H3, lezen H4, woordenschat H4, spelling H4, kijk op taal H4 (alleen opdracht 1 en groene blok), poëzie H4, lezen H5
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling voor toets
Lezen H3, lezen H4, woordenschat H4, spelling H4, kijk op taal H4 (alleen opdracht 1 en groene blok), poëzie H4, lezen H5
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
H3, H4 en H5
Slide 2 - Tekstslide
Kies het goede antwoord.
Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
Slide 3 - Quizvraag
We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.
A
Opsommend verband
B
Chronologisch verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichtend verband
Slide 4 - Quizvraag
Mevrouw De Jong geniet van een goed boek, verder is zij een filmliefhebber.
A
Tegenstellend verband
B
Opsommend verband
C
Chronologisch verband
D
Toelichtend verband
Slide 5 - Quizvraag
De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5.
A
Toelichtend verband
B
Redengevend verband
C
Voorwaardelijk verband
D
Tegenstellend verband
Slide 6 - Quizvraag
Als jij alles voor mij inpakt,
koop ik iets lekkers voor onderweg.
A
Toelichtend verband
B
Redengevend verband
C
Voorwaardelijk verband
D
Oorzakelijk verband
Slide 7 - Quizvraag
Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
A
Toelichtend verband
B
Redengevend verband
C
Voorwaardelijk verband
D
Oorzakelijk verband
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een redengevend en een oorzakelijk verband?
Slide 9 - Open vraag
Zet de signaalwoorden bij het juiste tekstverband.
Toelichtend
Opsommend
Bijvoorbeeld
Zoals
Verder
Ook
Slide 10 - Sleepvraag
Het signaalwoord wanneer kan zowel een voorwaardelijk als een chronologisch verband aangeven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
H4 woordenschat
Combineer de juiste woorden met elkaar.
Slide 12 - Tekstslide
vast geldbedrag voor levensonderhoud van ex-partner
regelen, bepalen
het zich vrijmaken uit een minderwaardige positie
ontkerkelijking
voorrecht
alimentatie
arrangeren
emancipatie
secularisatie
privilege
Slide 13 - Sleepvraag
Hij is verantwoordelijk ... de organisatie van het feest.
A
aan
B
op
C
voor
D
met
Slide 14 - Quizvraag
Hij wilde niet ingaan .... mijn voorstel.
A
aan
B
met
C
tot
D
op
Slide 15 - Quizvraag
Ik ga maar af ... wat de dokter zegt.
A
bij
B
op
C
naar
D
voor
Slide 16 - Quizvraag
Met.....van
Onder......van
Ter.......van
Met....tot
Op.... van
grond
behulp
betrekking
invloed
gelegenheid
Slide 17 - Sleepvraag
Kijk op taal
combineer voorvoegsels en hun betekenis
Slide 18 - Tekstslide
niet
slecht, naar beneden
uit
een (1)
veel
voor, vooruit
opnieuw
ver
de-
e-, ex-
mono-
a-, ab-
poli-, poly-
pro-
re-
tele-
Slide 19 - Sleepvraag
Spelling
Tussenletters in samenstellingen
Persoonsvorm in samengestelde zinnen
Slide 20 - Tekstslide
peer+sap
A
peersap
B
perensap
C
peresap
Slide 21 - Quizvraag
Breken+been
A
breekbeen
B
brekenbeen
C
brekebeen
Slide 22 - Quizvraag
arm+lui
A
armelui
B
armenlui
C
armlui
Slide 23 - Quizvraag
zon+stelsel
A
zonnestelsel
B
zonnenstelsel
C
zonstelsel
Slide 24 - Quizvraag
mening+verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil
Slide 25 - Quizvraag
Hoe vind je de persoonsvorm in samengestelde zinnen?
Slide 26 - Open vraag
Wat zijn de persoonsvormen in deze zin:
''Wat hij daar zegt, kan ik nauwelijks verstaan.''
Slide 27 - Open vraag
Bedenk nu zelf een samengestelde zin met 3 persoonsvormen
Slide 28 - Open vraag
Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
tegenstelling
B
opsomming
C
overdrijving
D
herhaling
Slide 29 - Quizvraag
Welk stijlfiguur herken je?
We kunnen hier niet blijven, we kunnen hier niet langer blijven staan!
A
opsomming
B
herhaling
C
tegenstelling
D
overdrijving
Slide 30 - Quizvraag
Welk stijlfiguur herken je?
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
overdrijving
B
tegenstelling
C
opsomming
D
herhaling
Slide 31 - Quizvraag
Einde
Succes met leren voor de toets!
Zie Peppels voor: oefentoets en woordjes H4
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3m les 19
Januari 2020
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3m les 20
Januari 2020
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3m les 10
Maart 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3m les 11
Maart 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat H5 - les 2
Maart 2019
- Les met
12 slides
15/03/21 - Les 7 - Oefentoetsje
Maart 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
3m les 2
Januari 2020
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3m les 8
Februari 2020
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2