Maatschappijkunde - CRIMINALITEIT H4.2

Maatschappijkunde
Paragraaf 4.2: De scheiding van machten


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde
Paragraaf 4.2: De scheiding van machten


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  •  Actualiteit 

  •  Herhaling (de vier kenmerken van een rechtsstaat) 

  •  Uitleg 4.2
  • Filmpje
  • Evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

4.2 De scheiding van machten
Trias politica

Slide 4 - Tekstslide

Scheiding der machten 
(Trias politica)

-Wetgevende macht

-Uitvoerende macht

-Rechterlijke macht

Slide 5 - Tekstslide

Wetgevende macht
Stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden

  • De regering (Koning + ministers)
  • Gekozen parlement (Eerste en Tweede Kamer)



Slide 6 - Tekstslide

Regering
Parlement

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Verplicht mondkapjes dragen

  • Geen telefoon op de fiets

  • Geen reclame tussen kinderprogramma's

Slide 8 - Tekstslide

Uitvoerende macht
Zorgt ervoor dat wetten worden uitgevoerd en nageleefd

  • Ministers (Ministerie van Veiligheid en Justitie)

  • OM (Openbaar Ministerie)
  • Politie


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Het Ministerie van Veiligheid en Justitie geeft de politie de opdracht om de avondklok te handhaven

  • Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt een relschopper

  • De politie pakt een inbreker op

Slide 10 - Tekstslide

Rechterlijke macht
Beoordeelt of wetten goed worden nageleefd en doet uitspraken in conflicten

  • 2450 rechters
  • Zelfstandig
  • Onafhankelijk en onpartijheid

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Rechter spreekt een verdachte vrij omdat er niet voldoende bewijs is

  • De rechter veroordeelt een minister omdat deze heeft gesjoemeld met geld

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Leg in eigen woorden uit wat de onderstaande begrippen betekenen:
-Trias politica 
-Wetgevende macht (gebruik regering en gekozen parlement)
-Uitvoerende macht (gebruik ministers)
-Rechterlijke macht (gebruik onafhankelijk en onpartijdigheid)

Slide 14 - Tekstslide