Kua 5h les na toets. 12 feb

Vandaag:
-Ik weet nu wat mijn sterke en zwakke punten zijn bij het beantwoorden van een examenvraag.
-Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op examenvraag.
-Samen hebben we verwachtingen besproken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:
-Ik weet nu wat mijn sterke en zwakke punten zijn bij het beantwoorden van een examenvraag.
-Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op examenvraag.
-Samen hebben we verwachtingen besproken

Slide 1 - Tekstslide

Algemeen
> veel fouten door verkeerd antwoord op aspecten. Begrippenboekje!
>Te snel lezen: aspecten van de spelvormgeving of aspecten van het spel?
>Voorstelling of vormgeving?
> kenmerken postmodernisme niet kunnen noemen.
> Veel vragen leeg gelaten. Waarom?
> beschrijven bewegingen > LETTERLIJK, dus niet: ze doen hetzelfde. Maar: wat zie je? En wat zie je bij vergelijking?
> een vergelijking niet afmaken. 
> Een verhaaltje opschrijven, en dat ik moet zoeken of je 3 dingen noemt.

> Iets noemen wat goed is, maar niet echt antwoord geven...

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heb je je voorbereid op examen?
Verwachtingen:
Werkhouding, zelfstandig thuis oefenen, vragen stellen in de les

Examen = Nieuwe voorbeelden, bekende methode

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2
Beschrijf letterlijk beweging > zo precies mogelijk

Link video: https://danceinteractive.jacobspillow.org/ted-shawns-men-dancers/mechanized-labor-from-labor-symphony/ 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 4
Ruimte/kracht > vormgeving dans
Aspect ruimte op SOKKEL > wat is  een sokkel?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 8
Kenmerken postmodernisme?



Slide 9 - Tekstslide

Vraag 9
gaat om SPEL, niet SPELVORMGEVING
Ook niet om VOORSTELLING


Slide 10 - Tekstslide

Vraag 15
Vervreemdingseffect?
Theater, Brecht
Letterlijk in les besproken

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 32
Deze vraag telde niet mee. mijn fout.


Slide 12 - Tekstslide

Vraag 32
Bekijk de afbeeldingen

De Afro-Amerikaan Jean Michel Basquiat startte als graffiti-kunstenaar in de jaren 80 in New York. Op jonge leeftijd bezocht hij musea in New York en daar trof hij ook het werk van Cy Twombly. In een interview zegt Basquiat dat het werk Apollo and the Artist zijn favoriete werk van Twombly is.
Op de onderste afbeelding zie je Baquiats werk Per Capita (Per hoofd) uit 1981. Aan dit werk kun je zien dat hij geïnspireerd werd door Apollo and the artist.
(4p) 32. Beschrijf aan de hand van de onderste afbeelding, vier voorbeelden waaruit blijkt dat Basquiat geïnspireerd werd door Twombly (bovenste afbeelding).


Slide 13 - Tekstslide

Afbeelding 1
<---
Afbeelding 2 

Slide 14 - Tekstslide

(4p) 32. Beschrijf aan de hand van de onderste afbeelding, vier voorbeelden waaruit blijkt dat Basquiat geinspireerd werd door Twombly (bovenste afbeelding).

Slide 15 - Open vraag

ANTW vr 32
vier van de volgende: 
 Basquiat gebruikt woorden / teksten / letters in zijn werk (net als Twombly).
  Basquiat verwijst (met Latijnse woorden) naar de klassieke oudheid (net als Twombly). 
 Basquiat lijkt geen traditionele / verhalende voorstelling te laten zien (net als Twombly). 
 Basquiat schildert schetsmatig / combineert schetsen, tekenen en schilderen in een voorstelling (net als Twombly). 
 Basquiats werk kent verschillende lagen (net als dat van Twombly). 
 Basquiat lijkt een grove hanteringswijze (met grote vegen) te gebruiken (net als Twombly). 
 Basquiats werk toont een slordige / onregelmatige lijnvoering (de woorden zijn slordig geschreven) (net als dat van Twombly). 
 Basquiats werk heeft geen dieptewerking (net als dat van Twombly). 
 Basquiat gebruikt een lichte achtergrondkleur (net als Twombly). 
 Basquiat gebruikt verschillende materialen (net als Twombly). 
 Basquiat verwijst (met de aureool) naar het goddelijke (net als Twombly met de naam ‘Apollo’). 
per juist antwoord 1

Slide 16 - Tekstslide

Tips:

1. Niet teveel reproductief leren
2. Kijk of het een toepassings- of inzichtsvraag is
3. Zorg dat je alle moeilijke woorden begrijpt
4. Weet hoeveel punten je kunt verdienen (aantal punten = aantal elementen in je antwoord)
5. laat zo min mogelijk leeg
Don'ts

1. De bron(nen) niet gebruiken
2. Niet uitgebreid genoeg antwoorden
3. Vraag niet goed lezen


Slide 17 - Tekstslide

Wat is een goed antwoord?
Het is groot OF Het decor is groot
Het klinkt hard OF De koperblazers klinken hard
Aan zijn gezicht OF zijn mond is scheefgetrokken / hij heeft zijn ogen dichtgeknepen

Slide 18 - Tekstslide

Formule voor succes
1. Beheers je leerstof - zie syllabus (op papier of Teams) en begrippenboekje
2. Oefen met analyseren
3. Bekijk en oefen met oude examens

Slide 19 - Tekstslide

Deze periode:
1. Waar ga je zelfstandig aan werken?
2. Wat wil je terugzien in de les?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide