De Hannibalis exitu_Nepos

De Hannibalis exitu_Nepos
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Hannibalis exitu_Nepos

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke moeilijkheden trotseerden de Carthagers in de Alpen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijkheden
1. montium altitudo niviumque moles
hoogte van de bergen en de massa sneeuw
2. fessis militibus = vermoeide soldaten
3. nivis casus gravior (grotere sneeuwval) -> terrorem (paniek)
4. per loca nive oppleta: volledig met sneeuw bedekte plaatsen/wegen
5. -> segniter agmen incedebat: lusteloos; geen zin
-> desperatio: wanhoop

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe praatte Hannibal zijn soldaten moed in?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Hannibal toont vanuit de bergen Italië en zegt: Zie, hierover, over de stad Rome die in de verte ligt, zullen jullie binnenkort heersen. Wat je nu ziet, is binnenkort van jullie.
Punische Oorlog II 
1. Na Cannae: Romeinen geen open confrontatie met Carthagers
2. lange uitputtingsoorlog van 10 jaar
- Hannibal isoleren in Italië
- de Carthaagse gebieden in Spanje aanvallen
3. Publius Cornelius Scipio met zijn legermacht in Noord- Afrika 
-> Hannibal teruggeroepen naar Noord-Afrika
4. veldslag bij Zama (202 v. Chr.)
-> Carthagers verslagen en verplicht aanvaarden harde vredesvoorwaarden  5. triomftocht in Rome, maar Hannibal ontsnapt.

Slide 6 - Tekstslide

Na Cannae, geen open veldslag meer met de Carthagers. De Romeinen concentreerden zich volledig op het behouden of herwinnen van hun bondgenoten: er volgde een uitputtingsoorlog van meer dan 10 jaar, maar het kwam nooit tot een echte veldslag. 

Bij veldslag in Zama hoopte Hannibal met zijn gevechtsolifanten de Romeinse gelederen nog in verwarring te brengen, maar zelfs daarop waren de Romeinen voorbereid. Carthago werd voor een tweede keer verslagen.

uitgeweken naar Bithynië, bij koning Prusias

Slide 7 - Tekstslide

huidige Turkije
R1-2
Accidit cāsū ut lēgātī Prūsiae Rōmae apud T. Quīntium Flāminīnum cōnsulārem cēnārent atque ibi dē Hannibale mentiōne factā ex iīs ūnus dīceret eum in Prūsiae rēgnō esse. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R1 Accidit cāsū ut lēgātī Prūsiae Rōmae apud T. Quīntium Flāminīnum cōnsulārem cēnārent ...
Welke ut-bijzin heb je hier?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R2 Welk soort bijzin is 'eum in Prusiae regno esse'?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vat in je eigen woorden samen wat de legant meedeelt.

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

R1-2
Accidit cāsū ut lēgātī Prūsiae Rōmae apud T. Quīntium Flāminīnum cōnsulārem cēnārent atque ibi dē Hannibale mentiōne factā ex iīs ūnus dīceret eum in Prūsiae rēgnō esse. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R3-5
Id posterō diē Flāmīninus senātuī dētulit. Senātōrēs, quī Hannibale vīvō (LA zonder part) numquam sē sine īnsidiīs futūrōs exīstimārent, lēgātōs in Bīthȳniam mīsērunt.
                menen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt de senaat de schuilplaats van Hannibal te weten?
A
via voormalig consul Flaminius
B
via Scipio
C
via de gezanten van Prusias

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

R3-5 Senātōrēs, quī ... exīstimārent ... De functie van het betrekkelijk voornaamwoord hangt niet af van het antecedent, maar van de zinsfunctie in de bijzijn. Qui is lijdend voorwerp. Waar of niet waar? Verbeter indien nodig.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R4 Wanneer zullen de Romeinen pas rust hebben?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R3-5
Id posterō diē Flāmīninus senātuī dētulit. Senātōrēs, quī Hannibale vīvō (LA zonder part) numquam sē sine īnsidiīs futūrōs exīstimārent, lēgātōs in Bīthȳniam mīsērunt.
                menen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R6-8
Quī ab rēge petīvērunt ne inimīcissimum suum sēcum habēret
                          vragen
sed dēderet. Prūsiās recūsāre ausus nōn est, sed dēmōnstrāvit
                                            weigeren      audere: durven
sē impedītum esse nē id faceret, quod adversus iūs hospitiī esset.




id faceret, quod adversus iūs hospitiī° esset.

 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R6 Welk soort bijzin is 'Qui ab rege petiverunt ne ... haberet sed dederet'?
A
LV-zin (volitief)
B
LV-zin (vragend)
C
betrekkelijke bijzin
D
BWB-zin van doel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

R7 Geef de V-zin (LV) bij demonstravit.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R6 Wat vroegen de Romeinse senatoren aan de koning van Bithynië, Prusias?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R7-8 Vul aan: 'Quod adversus ius hospitii esset' is een ... (soort bijzin)
A
O/LV-zin
B
BWB-zin van reden
C
BWB-zin van tijd
D
BWB-zin van doel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

R7-8 Welk excuus verzit Prusias om het overleveringsverzoek van de Romeinen te weigeren?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R6-8
Quī ab rēge petīvērunt ne inimīcissimum suum sēcum habēret
                          vragen
sed dēderet. Prūsiās recūsāre ausus nōn est, sed dēmōnstrāvit
                                            weigeren      audere: durven
sē impedītum esse nē id faceret, quod adversus iūs hospitiī esset.




id faceret, quod adversus iūs hospitiī° esset.

 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R8-10
Rogāvit ut ipsī eum comprehenderent,
                                         grijpen
                cum locum,
                                         ubi esset,
                facile invenīre possent.
10 Hannibal enim ūnō locō sē tenēbat in castellō, quod eī ā rēge
                                                          zich ophouden fort
 Prūsiā datum erat.









Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R9 Waar bevindt Hannibal zich?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R8 Welke tussenoplossing suggereert Prusias?
A
Prusias toont de weg naar het verblijf van Hannibal.
B
Prusias misleidt de Romeinen, en, stuurt ze de verkeerde kant op.
C
Prusias geeft weginstructies en zegt dat de Romeinen Hannibal zelf mogen halen.
D
Prusias zegt dat de Romeinen Hannibal zelf kunnen opsporen.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

R9-10 Welk soort bijzin is 'quod datum erat'?
A
betrekkelijke bijzin
B
BWB-zin van reden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

R11-12
Idque sīc aedificāverat,
Que (=et) id 
              ut in omnibus partibus aedificiī exitūs habēret,
                              scīlicet verēns nē ūsū venīret.
                                 namelijk               van pas zou komen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort bijzin is 'idue sic aedificaverat ut ... haberet'?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal 'Idque sīc aedificāverat,
ut in omnibus partibus aedificiī exitūs habēret'.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort bijzin is 'Rogavit ut comprehenderent'?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over De Hannibalis exitus ... ? 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar houdt Hannibal zich schuil?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a. Hoe probeert Prusias een uitlevering eerst te verhinderen?
b. Wat doet hij uiteindelijk?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke belegering zal er volgens jou volgen?
Hoe loopt het volgens jou af voor Hannibal?

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies