MODTH les 4 hygiëne

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Les  Hygiëne

Module 2 Wimpers en wenkbrauwen

 

Vandaag

Absentie

Herhalen van de lesstof

Uitleg hygiëne

Formatieve toets

- Woensdag 22 februari  formatieve toets

- 25 MC vragen 

- Eerst herhalen, maken toets en nabespreken. 

Leerdoel

- Je weet wat HAM-code betekent.

- Je kunt 2 maatregelen toepassen/ benoemen als het gaat om hygiëne in de praktijk.

- Je kunt het verschil tussen bacterie, virus, schimmel en gist te omschrijven.

- Je kunt het verschil tussen besmetting en infectie uitleggen.

Opdracht

Lees het hoofdstuk Hygiëne (bladzijde 41 t/m 43) van je module boek!

De student heeft al hygiene maatregelen toegepast in de praktijk en bpv. 

De student heeft al les gehad over de verschillende micro-organismen.

Hierbij de verdieping over het onderwerp.

Opdracht 

MODTH M2 opdracht 2 Hygiëne. 

15 minuten

Opdracht samen bespreken

Check samen de antwoorden; vul deze eventueel samen aan.

5 minuten

ONTSTAAN HYGIENE

500 v Chr.

Griekse mythologie:  Hygieia, de godin van de gezondheid en reinheid 

Openbare baden en toiletten

ONTSTAAN HYGIENE

375 v Chr. 

Hippocrates

Preventieve maatregelen zoals baden, beweging, gezond eten.

ONTSTAAN HYGIENE

1350 

Quarantaine om pest te voorkomen

Reizende handelaren

Reden van besmette ratten is nog onbekend

ONTSTAAN HYGIENE

17e eeuw 

Anthony van Leeuwenhoek

Ontdekking micro-organismen door de microscoop

ONTSTAAN HYGIENE

19e eeuw 

eeuw van de moderne hygiëne 

Ontwikkeling van desinfectiemiddelen

3 soorten hygiëne

       Persoonlijke hygiëne = individuele hygiëne

       Bedrijfshygiëne

       Algemene hygiëne = openbare hygiëne

Persoonlijke hygiene: zoals schone kleding, handen gewassen, tanden poetsen etc

Bedrijfshygiene: welke maatregelen om schoon te houden en verspreiding te voorkomen

Algemene hygiene: zoals riolering, vuilophaaldienst etc

Richtsnoer HAM Anbos

https://www.anbos.nl/schoonheidsspecialist/wat-bieden-wij/richtsnoer-hygiene-arbeidsomstandigheden-en-milieu

Hygiene, Arbo en Milieu

Branche organisatie Anbos

Bij het onderwerp kwaliteitszorg komen we terug op het gebruik van deze richtsnoer.

Uitleg micro-organismen

Micro-organismen

Te verdelen in:

1. Commensalen = nuttig voor het lichaam. Voorbeeld huidflora, darmflora
2. Pathogeen = ziekmakend
3. A- pathogeen = niet ziekmakend

Pathogeen

Ziekmakende micro-organismen

Afhankelijk van: 

•    gastheer
•    weerstand 
•    aard van de micro-organisme

Vaak een virus 

Micro-organismen

Soorten: 

A. Bacteriën

B. Virussen

C. Schimmels

D. Gisten

Bacteriën

Kenmerken:

• Eencellig
• Voortplanting door delen
• Stofwisseling
• Afvalstoffen = toxinen

Vormen van bacteriën:

• Bolvormige bacteriën
• Staafvormige bacteriën
• Spiraalvormige bacteriën

Bolvormig =  Kokken 

Voorbeelden:

- stafylokokken -> steenpuist

- streptokokken  -> keelontsteking

Staafvormig = Bacillen 

Voorbeeld:

- Colibacillen in je darmen 

colibacterie is meestal een onschuldige darmbewoner bij de mens. Maar er zijn ook E. coli-bacteriën waarvan je ziek kunt worden, zoals de variant EHEC die besmettelijke dikkedarmontsteking met bloederige diarree veroorzaakt.

Spiraalvormig = Spirocheten

Voorbeeld: 

- Syfillis 

Syfilis komt door een bacterie. Soa betekent: seksueel overdraagbare aandoening. De ziekte begint met een rood, hard plekje op penis, vagina, anus of (soms) de mond. Als je het niet laat behandelen kun je ook ontstekingen in andere organen krijgen

Besmetting

In aanraking komen en het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam.

Infectie

Besmetting gaat hieraan vooraf.

Vermenigvuldigen en verspreiden van binnengedrongen micro-organismen.

Lichaam kan zich ertegen verdedigen. 

Exogene factoren 

- Temperatuur 

- Zuurgraad

- Zuurstof

Temperatuur

- Stofwisseling 

- Bacteriën vermenigvuldigen het beste bij een temperatuur tussen 20 en 40 graden Celsius. 

Zuurgraad

Omgeving moet niet te zuur zijn, anders kan een bacterie niet voortplanten. 

De zuurmantel van de huid is dus een goede bescherming.

Zuurstof

Aerobe -> zuurstof nodig voor stofwisseling 

Anaerobe -> hebben geen zuurstof nodig voor stofwisseling

Hoe noem je een bolvormige bacterie ook wel?

1. Kok
2. Bacil
3. Spirocheet

Hoe noem je nuttige micro organismen ook wel?

1. Pathogeen
2. A-pathogeen
3. Commensalen

Uitleg virussen

Virus

Kenmerken:

• Kleiner dan een bacterie
• Voortplanten met behulp van plantaardige, dierlijke of menselijke cellen - gastheer

Virus

Afhankelijk van gastheercel.

Dringen cel binnen -> nemen alle functies over -> nieuwe virussen maken -> breken open en komen de virussen vrij. 

Uitleg schimmels

Schimmels

Kenmerken: 

• Meercellig 
• Vormen sporen -> erfelijk materiaal 

Schimmels

Overleven in ongunstige omstandigheden. 

Dermatomycose -> huidschimmel

Gisten

Kenmerken:

• Eéncellig
• Familie van schimmel

Bv candidagist

Filmpje

https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/4141/Schimmels

Opdracht

Ga naar opdrachten in teams of kanaal algemeen 

MODTH M2 Les 4 Hygiëne 

Maak de Forms quiz

10 minuten

Opdracht

Ga naar Kahoot.it

Vul de code in.

Maak een nickname aan.

Lesevaluatie

• Wat heb je geleerd?
• Tips en tops?
• Heb je nog vragen?