H2 + H4 Schrijven - Bouwplan

Kijk naar bladzijde 108.

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kijk naar bladzijde 108.

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 1 - Open vraag

Kijk naar bladzijde 108.

1. Welk standpunt heeft de schrijver?

Slide 2 - Open vraag

Kijk naar bladzijde 108.

1. Welke argumenten gebruikt hij voor zijn standpunt?

Slide 3 - Open vraag

Kijk naar bladzijde 108.

1. Welke tegenargumenten kun je bedenken? Noem er tenminste 1.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Einde 

Slide 12 - Tekstslide

Stel... je moet een tekst schrijven
over de plannen om op diverse (toeristische) plaatsen voor de kust windmolenparken te bouwen voor schone energie. Dat heeft voordelen en nadelen. Waarover moet je nadenken voordat je begint met schrijven?

Slide 13 - Open vraag

 H2 Schrijven

Voordat je een tekst gaat schrijven, denk je na over:
- Het onderwerp
- Het tekstdoel -->
                    amuseren, informeren, overtuigen, activeren
- De hoofdgedachte
- De inhoud --> wat wil je vertellen, in welke volgorde (structuur)

Slide 14 - Tekstslide

 H2 Schrijven: opdracht 1
Bekijk dit incomplete bouwplan:


 Gezamenlijk tekst 1 lezen


Maken H2 schrijven
opdracht 1 en 2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan een bouwplan schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

* een informatieve tekst (verslag sportwedstrijd)
* ingezonden brief: je vindt dat de horeca open moet 
* column / betoog: vuurwerk moet ook in de toekomst verboden worden / vuurwerk moet niet verboden worden
Maak bouwplannen voor teksten van vijf alinea's
Inleveren bij 'opdrachten'. 

Slide 21 - Tekstslide

Bouwplan

Voorbereiding:
Noteer het onderwerp, 
tekstdoel 
en de hoofdgedachte

Maak een schema met 4 kolommen:
A: Inleiding, middenstuk, slot
B: Alineanummers
C: Deelonderwerpen
D: De inhoud 
in voldoende steekwoorden 

Slide 22 - Tekstslide