Hoofdstuk 4 + 6 Herhaling

Welkom
Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.
Je laptop blijft in de tas.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.
Je laptop blijft in de tas.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Herhalen hoofdstuk 4 Grafieken
Herhalen hoofdstuk 6 Verhoudingen

Slide 2 - Tekstslide

Samenvattingen

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna Zeeslag (ligt op bureau).
Maken? – Oefenproefwerk












timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Afsluiting
Log in op de Lesson-Up

Slide 5 - Tekstslide

Bij een globale grafiek...
A
staan altijd getallen bij de assen.
B
staan soms getallen bij de assen.
C
mag je kiezen of er getallen bij de assen staan.
D
staan nooit getallen bij de assen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verband bij deze grafiek?
A
hoogte en snelheid
B
tijd en temperatuur
C
hoogte en temperatuur
D
tijd en hoogte

Slide 7 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij tijd?
A
uren
B
minuten
C
seconden
D
temperatuur

Slide 8 - Quizvraag

Een zaagtand gebruik je om ...
A
de verticale as in te korten.
B
een stuk over te slaan in een assenstelsel.
C
maak je de grafiek korter.
D
haal je een stuk uit de grafiek.

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik je hier een zaagtand?
Tijd (min)
0
5
10
15
hoogte (cm)
40
30
25
0
A
Ja op de horizontale as
B
Ja op de verticale as
C
Nee ik gebruik geen zaagtand
D
Ik heb geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Zaagtand?

A
wel
B
geen

Slide 11 - Quizvraag

Als je een grafiek tekent, welke volgorde kan je dan het beste aanhouden?
1
2
3
4
5
teken een assenstelsel
kies een geschikte stapgrootte voor elke as
gebruik eventueel een zaagtand
zet de grootheden en eenheden langs de assen
teken de grafiek met potlood

Slide 12 - Sleepvraag

Een verhouding ziet er zo uit:
1/4
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een verhouding ziet er zo uit:
1:4
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Als de verhouding 1:5 is, dan is het 10:...
A
8
B
10
C
50
D
1

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je een tabel waarbij je boven en onder hetzelfde doet?
A
Tabel
B
Verhoudingstabel
C
Plattegrond
D
Verhouding

Slide 16 - Quizvraag

Jorien doet boodschappen voor het schoolkamp.
Ze weet dat ze voor vier mensen 500 gram macaroni nodig heeft. 
Zet de getallen 4 en 500 op de goede plaats in de verhoudingstabel.

4
500

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is in een verhoudingstabel het makkelijkst om naar te rekenen?
A
Via 10
B
Via 1
C
Via 5
D
Maakt niet uit

Slide 18 - Quizvraag

Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Door hoeveel deel je bij:
20%
A
1
B
10
C
5
D
2

Slide 20 - Quizvraag

Door hoeveel deel je bij:
25%
A
1
B
10
C
5
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Het model van Jaime is op schaal gemaakt. In werkelijkheid is Jaime 21 keer zo groot.

De schaal van Jaime is ....
A
21:1
B
1:21
C
21
D
1:8

Slide 22 - Quizvraag

Schaal: Als de schaal 1 : 50 is dan betekent dat:....
A
de kaart is 50 x zo klein als de werkelijkheid
B
de kaart is 50 x zo groot als de werkelijkheid
C
wat op de kaart 1 cm is, is in werkelijkheid 50 m.
D
wat op de kaart 1 cm is, is in werkelijkheid 51 cm

Slide 23 - Quizvraag


de schaal is 1 : ....

Slide 24 - Open vraag