verkeer voorrang les 3b

Terugblik
Wat hebben wij tijdens de vorige les geleerd?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Terugblik
Wat hebben wij tijdens de vorige les geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
Wat voorrangsborden zijn.
Wie voorrang heeft en waarom.
Wat voorrangsvoertuigen zijn.
Wat een voorrangsweg is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Doel: Aan het eind van de les kunnen jullie:
bij verschillende situaties aangeven wie voorrang heeft.
Kennen jullie de betekenis van de verschillende voorrangsborden. 
Weten jullie welke verkeerslichten er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Voorrangsweg. Als je rijdt (fietst), moet je voorrang krijgen van iedereen die uit de zijweg komt rijden.
Einde voorrangsweg.
Als je rijdt (fietst), moet je voorrang krijgen van iedereen die van links en rechts komt rijden.
Je moet voorrang geven aan iedereen die van links of rechts komt rijden. Bij dit bord staan altijd haaientanden op het wegdek.
Stopbord. Als je rijdt (fietst), moet je stoppen voor de stopstreep. Ook als er niets aan komt rijden. Geef voorrang aan iedereen die van links of rechts komt rijden. 

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wie mag er nu voorgaan?
A
Finn
B
Esmee

Slide 8 - Quizvraag

Waarom mag de persoon op de afbeelding voorgaan?

Slide 9 - Open vraag

Hoe wordt de voorrang op dit kruispunt nu geregeld?
A
Met verkeerslichten en borden
B
Met voorrangsborden
C
Met verkeerslichten, haaientanden en borden
D
met haaientanden en borden

Slide 10 - Quizvraag

Waar
Niet waar
Als verkeerslichten werken, gelden de verkeersborden niet
De voorrangsborden en haaientanden gelden ook als de verkeerslichten werken.
De voorrangsborden gelden op dit kruispunt als het verkeerslicht voor jou oranje wordt. 
Als alle verkeerslichten oranje knipperen of niet branden, gelden de voorrangsborden. 

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wie doet het goed?
A
Daniël
B
Simone
C
Fatima

Slide 13 - Quizvraag

Waarom doet hij/ zij het goed?

Slide 14 - Open vraag

Vroeger waren niet alle spoorwegovergangen goed beveiligd. Hier zie je zo'n overgang. Hoe wist je dat er een trein aankwam?
Waar
Niet waar
De bomen gingen dicht
Er klonk een geluidssignaal
Er knipperden rode lichten

Slide 15 - Sleepvraag

Bijna alle spoorwegovergangen zonder bomen zijn inmiddels omgebouwd en daar zijn nu spoorbomen gekomen. Waarom zou dit zijn gedaan denk je?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat doet een verkeersregelaar?

Slide 18 - Open vraag

Waarom mogen de mensen nu wel op straat lopen en krijgen zij voorrang?

Slide 19 - Open vraag

Verkeersregelaar
Verkeersbrigadier
Bij scholen
Bij speciale gebeurtenissen
Staan er af en toe
Staan er elke dag
Vanaf 18 jaar
Vanaf ongeveer 11 jaar
Zorgen dat kinderen veilig oversteken
Zorgen dat het verkeer goed doorstroomt

Slide 20 - Sleepvraag

Wat betekent dit bord?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent dit bord?

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent dit bord?

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent dit bord?

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent dit bord?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Wat hebben jullie tijdens deze les geleerd? noem minimaal 2 voorbeelden.

Slide 27 - Open vraag