EHBO. Les 5

EHBO - les 5
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
D&ZVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

EHBO - les 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben jullie tijdens de vorige les geleerd?

Slide 2 - Woordweb

De kaars brandt 
Nu zet ik een glas over de kaars

Slide 3 - Tekstslide

Waarom gaat de kaars uit wanneer ik er een glas overheen zet?

Slide 4 - Open vraag

Aan het einde van de les 
- Kan ik benoemen waarom je longen nodig hebt 
- Weet ik hoe je je hartslag en bloeddruk kan opmeten
- Weet ik wat een te hoge en te lage bloeddruk is 
- weet ik wat het gevolg is van een te hoge bloeddruk
- weet ik wat de risicofactoren zijn van een te hoge bloeddruk




Slide 5 - Tekstslide

Waar zijn je longen voor nodig?
A
Om het eten naar je maag te brengen
B
Om te kunnen ademen en dus zuurstof te kunnen vervoeren
C
Je hebt je longen niet per se nodig om te leven

Slide 6 - Quizvraag

Ademhaling en hartslag
Wanneer een persoon rustig ademhaalt heeft hij of zij een hartslag tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Dit is anders wanneer de persoon aan fysieke inspanning doet, zoals fietsen. Dan gaat de hartslag namelijk omhoog. Wanneer de persoon slaapt gaat de hartslag omlaag, omdat je in rust bent.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de hartslag?
hartritme/hartfrequentie
hoe snel je hart klopt
samentrekking en ontspanning van de hartspier
aantal slagen per minuut
pompt bloed door je lichaam

Slide 8 - Tekstslide

Hartslag meten
Waarom?
Nieuwsgierigheid - sporten - regelmatig - advies arts
Hoe ontstaat het?
hart pompt > organen, rust en inspanning
Wat is het hartritme?
In rust: 60 - 100x per minuut
Bij inspanning: 160 - 180x per minuut

Slide 9 - Tekstslide

 Hartslag meten - uitvoeren
 
1. Plaats 2 vingers op de binnenkant van je pols
2. Gebruik een zandloper/timer op de laptop.
4. Tel 30 seconden je hartslag en vermenigvuldig dit met 2 om je hartslag per minuut te weten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is bloeddruk
  • Je bloeddruk  kan je ook wel uitleggen als hoe het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

  • De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde. In slagaders is de druk van bloed tegen de wanden het grootst 


Slide 12 - Tekstslide

Hoge bloeddruk
- Lage bloeddruk
- Hoge bloeddruk

Bovendruk: lager dan 160 is normaal.
Onderdruk: lager dan 95 is normaal.

Een normale bloeddruk is bijvoorbeeld 
tussen de 120/80.

Slide 13 - Tekstslide

Bloeddruk
Lage bloeddruk:
Meestal geen probleem: 
soms wat duizelig of hoofdpijn

Hoge bloeddruk:
Vaak wel een probleem: 
kan wanden van slagaders beschadigen.

Oorzaken van te hoge bloeddruk zijn onder ander stress, roken, overgewicht en zout eten.

Slide 14 - Tekstslide

Hoge bloeddruk
Stress, roken, overgewicht, zout eten en aderverkalking zorgen voor hoge bloeddruk.

Hoge bloeddruk leidt mogelijk tot beschadiging van hart/bloedvaten.

Gevolg:
- hartaanval/hartinfarct. 
- hersenbloeding of -infarct
- aderverkalking

Slide 15 - Tekstslide

Praktijk: bloeddruk meten! 

Slide 16 - Tekstslide

Wat hebben we in deze les geleerd?

Slide 17 - Woordweb

In de volgende les hebben we het over:

- oogletsel
- hoofdletsel
- mitella 

Slide 18 - Tekstslide

TOETS!
De volgende dia's zijn toets vragen. Let op! Je kunt terugzoeken in de tekst. Maak hier gebruik van :) 

Log in met je eigen gebruikersnaam en wachtwoord. SUCCES!
Ben je klaar? Dan heb je even tijd voor jezelf.

Slide 19 - Tekstslide

Een gemiddelde hartslag ligt tussen de? (1P)
A
40 en 60
B
60 en 80
C
60 en 100
D
100 en hoger

Slide 20 - Quizvraag

Een gemiddelde hartslag bij inspanning ligt tussen de (1P)
A
60-100
B
100-130
C
130-160
D
160-180

Slide 21 - Quizvraag

Een hartslag kan stijgen door? (1P)
A
Stress
B
Stress, spanning en angsten.
C
Plezier
D
Geluk

Slide 22 - Quizvraag

De bloeddruk is overal in het lichaam hetzelfde (1P)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Is een bloeddruk van 120/80 een gezonde bloeddruk? (1P)
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken van een te hoge bloeddruk? Noem er vier (2p - 0,5 per goed antwoord)

Slide 25 - Open vraag

wat zou een gevolg kunnen zijn van een langdurige hoge bloeddruk? (2p)

Slide 26 - Open vraag