Klas 4H - §6.1 - Alkanen en alkenen - LHE

Hoofdstuk 6: Koolwaterstoffen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Koolwaterstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6: Koolwaterstoffen
6.1 Alkanen en alkenen
6.2 Karakteristieke groepen 
6.3 Reacties
6.4 Esters
6.5 Evenwichten
 
Toetsweek:     H5 + H6.1 + H6.2 (3-teller)    120 minuten         

Slide 2 - Tekstslide

6.1 Alkanen en alkenen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 6.1 Alkanen en alkenen
  • Ik kan koolwaterstoffen herkennen, en indelen in een categorie.

  • Ik kan uitleggen wat isomeren zijn en ze herkennen.

  • Ik kan het verschil uitleggen tussen alkanen en alkenen.

  • Ik kan naamgeving regels toepassen op naamgeving van alkanen en alkenen.







Slide 4 - Tekstslide

Koolwaterstoffen
Aardolie is een mengsel van ontzettend veel koolwaterstoffen.

koolwaterstoffen:
 stoffen die voornamelijk bestaan uit koolstofatomen en waterstofatomen, en bevatten vaak lange ketens van C-atomen.


De tak van de scheikunde die zich bezighoudt met koolwaterstoffen, is de organische chemie.

Slide 5 - Tekstslide

Alkanen en alkenen
Wat is het simpelste molecuul dat je kunt maken met koolstof- en waterstof atomen?

De covalentie van koolstof is 4 en de covalentie van waterstof is 1
(wat was dat ook alweer).

1. Molecuulbouwdoos! Bouw het simpelste molecuul met alleen koolstof (zwart) en waterstof (wit).

Slide 6 - Tekstslide

Alkanen en alkenen
Dit is methaan (CH4)

2. Bouw nu een koolwaterstof met twee C'tjes!

Slide 7 - Tekstslide

Alkanen en alkenen

Als het goed is kom je op ethaan (C2H6)

Er kan ook een dubbele binding voorkomen tussen de C-atomen.





Slide 8 - Tekstslide

Alkanen en alkenen

Als het goed is kom je op ethaan (C2H6)

Er kan ook een dubbele binding voorkomen tussen de C-atomen.

3. Maak nu met de bouwdoos de stof C2H4. Hierbij is de enkele binding tussen de C'tjes vervangen door een dubbele binding. Gebruik hiervoor de lange buigbare bindingen. 



Slide 9 - Tekstslide

Alkanen en alkenen
Dit is etheen (C2H4) 

Vergelijk nu je modellen van ethaan en etheen met elkaar. Wat is het verschil?

Slide 10 - Tekstslide

Alkanen en alkenen
alkaan: Type koolwaterstof waarbij alleen enkele bindingen voorkomen tussen de koolstofatomen. Dan noem je ze ook wel verzadigd.




Slide 11 - Tekstslide

Alkanen en alkenen
alkaan: Type koolwaterstof waarbij alleen enkele bindingen voorkomen tussen de koolstofatomen. Dan noem je ze ook wel verzadigd.

alkeen: type koolwaterstof met een dubbele binding tussen koolstofatomen. 



Slide 12 - Tekstslide

Alkanen en alkenen
alkaan: Type koolwaterstof waarbij alleen enkele bindingen voorkomen tussen de koolstofatomen. Dan noem je ze ook wel verzadigd.

alkeen: type koolwaterstof met een dubbele binding tussen koolstofatomen. 

Een koolwaterstof waarin één of meer dubbele bindingen voorkomen noem je ook wel onverzadigd.


Slide 13 - Tekstslide

Vertakt en onvertakt
Een koolwaterstof kan ook vertakt of onvertakt zijn. Wat bedoelen we hiermee? Bepaal van de volgende stoffen of ze 1. onvertakt of vertakt zijn en 2. de molecuulformule. Bouw 2 en 3 ook alvast na met de bouwdoos.

1.                                         3.                                        5.
      

2.                                         4.
timer
7:30

Slide 14 - Tekstslide

Vertakt en onvertakt
onvertakte koolwaterstof: alle koolstofatomen liggen in één rechte keten. Bij een vertakte koolwaterstof is dit niet het geval.

Deze is bijvoorbeeld vertakt:                                          Deze niet: 


Slide 15 - Tekstslide

Isomeren
Bij de oefening van zojuist kwam je twee keer op dezelfde formule:

2.                       C4H10                      3.                          C4H10

Dit zijn twee verschillende stoffen met verschillende eigenschappen!

isomeren: isomeren zijn stoffen met dezelfde molecuulformule, maar een andere structuur. dit heet ook isomerie.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Isomeren
4. Bouwdoos! Bouw eerst het molecuul pentaan: 

Zoek daarna zoveel mogelijk isomeren van pentaan door de structuur te veranderen. Hoeveel isomeren zijn er mogelijk?

Eerder klaar? Probeer nu hetzelfde voor hexaan 



timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Isomeren
Pentaan heeft in totaal drie isomeren




Hexaan heeft in totaal vijf isomeren

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Van 6.1:       3 t/m 5    en    7 t/m 9

5. (optioneel) Keuzeopdracht voor nu: Gebruik de bouwdoos om alle 10 isomeren te vinden van C5H10 (vraag docent voor tips als je vastloopt).



Slide 19 - Tekstslide

Herhaling vorige les
- Koolwaterstoffen

- Isomeren

- Alkanen en alkenen

- Vertakt en onvertakt

Slide 20 - Tekstslide

Systematische naamgeving
Voor naamgeving van de koolwaterstoffen gelden
bepaalde regels. Deze zijn opgesteld door IUPAC.


Waarom is het handig om internationale regels te hebben voor naamgeving van stoffen?




Slide 21 - Tekstslide

Systematische naamgeving

Slide 22 - Tekstslide

Namen van alkanen

Je moet de namen van de eerste zes onvertakte alkanen kennen.

Slide 23 - Tekstslide

Namen van alkanen - isomerie

Maar wat nu als een alkaan vertakt is?

Wat wordt dan de naam?

Slide 24 - Tekstslide

Namen van alkanen - zijgroepen

Een vertakking van de 'hoofdketen' noemen we ook wel een zijgroep.


Slide 25 - Tekstslide

Namen van alkenen

Een alkaan met 2 C'tjes heet dus ethaan.

Maar hoe heet de stof wanneer er een dubbele binding is? (alkeen)

Slide 26 - Tekstslide

Namen van alkenen - isomerie

Bij langere alkenen treedt er een probleem op.

Kijk maar bij alkenen met 4 C'tjes.

Hoe geef je de naam?

Slide 27 - Tekstslide

Namen van alkenen - meerdere dubbele bindingen

Bij meerdere dubbele bindingen gebruik je weer de telwoorden. 

Slide 28 - Tekstslide

Samenvatting:
- Zoek de langste keten en pak de bijbehorende stamnaam.
- Een alkaan krijgt als achtervoegsel   -aan, alkeen krijgt  -een
- Nummer de C-atomen en tel op welk C-atoom de dubbele binding / vertakking zit.

Slide 29 - Tekstslide

Systematische naamgeving

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
Van 6.1:       11 t/m 16




Slide 31 - Tekstslide