BS 4: Biologisch evenwicht MAX

BS 4 Biologisch evenwicht
2.4 populaties
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BS 4 Biologisch evenwicht
2.4 populaties

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
* Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en 
    abiotische factoren.

* Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven. 

* Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt 
   beïnvloed door biotische en abiotische factoren

Slide 2 - Tekstslide

Het ene jaar zijn er veel vogels in de tuin, het jaar daarna minder.
Dit kan bijvoorbeeld komen door een heel koude winter. 
Allerlei factoren zijn van invloed op het aantal individuen van een soort.

Slide 3 - Tekstslide

Invloeden uit de omgeving
Alle organismen worden beïnvloed door hun milieu, ofwel leefomgeving.
Deze invloeden kunnen we verdelen in 2 groepen. 

*Invloeden uit de levende natuur noemen we Biotische factoren
*Invloeden uit de levenloze natuur noemen we Abiotische 
  factoren.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Niveaus van de ecologie
1. Individu -> 1 organisme (vb. een roodborstje)

2. Populatie -> groep individuen van dezelfde soort in bepaald gebied die 
     zich onderling voortplanten (vb. alle roodborstjes in 1 park)
3. Levensgemeenschap -> alle populaties in een gebied samen die elkaar 
    onderling beïnvloeden (rups->roodborstje->vos)
4. Ecosysteem -> gebied waarin biotische en abiotische factoren een 
    eenheid vormen (vb. bos, sloot, duingebied)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Populatiegrootte
De grootte van een populatie hangt af van de invloeden uit de omgeving. 
Populaties kunnen dus groter of kleiner worden.
De grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt rond een bepaald aantal individuen, de evenwichtswaarde

Er is dan Biologisch evenwicht.

Slide 8 - Tekstslide

Optimumkromme
Elk organisme kan maar een bepaalde schommeling in zijn omgeving (bijvoorbeeld) in temperatuur verdragen.

In dit geval is de temperatuur waarbij de guppy's de grootste overlevingskans hebben 22°C
Dit is de optimumtemperatuur.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video