Hoofdstuk 13. Vlakke figuren

Symmetrie

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare school

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Symmetrie

Slide 1 - Tekstslide

Spiegelbeeld
Spiegelbeeld: Linkerhelft en rechterhelft hetzelfde

Symmetrieas of spiegelas is in het midden van de vlinder. (lichaam)

Dit verschijnsel heet:
- Lijnsymmetrie
- Vouwsymmetrie
- Spiegelsymmetrie

Slide 2 - Tekstslide

Symmetrie
De vouwlijn noemen we de symmetrie as.
Als we een spiegel op de vouwlijn zetten zien we in de spiegel de andere helft.

Andere woorden voor lijnsymmetrie:
Vouwsymmetrie
Spiegelsymmetrie

Slide 3 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

dus
360 : 5 = 72º

Slide 4 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Als je een figuur kunt draaien en het steeds weer precies op zichzelf past is er draaisymmetrie.
(Niet draaien of helemaal rond telt niet!!!)

Let op:
Je moet naar de buitenvorm kijken, maar ook naar de binnenkant.

Slide 5 - Tekstslide

driehoeken

Slide 6 - Tekstslide

Hoekensom 
Driehoeken

Slide 7 - Tekstslide

Elke driehoek heeft als hoekensom 180º
Elke vierhoek heeft als hoekensom 360º

Slide 8 - Tekstslide

Hoekensom  vierhoek.

Slide 9 - Tekstslide

HOEKENSOM
Hoe groot is de bovenste hoek?

Slide 10 - Open vraag

Hoekensom driehoek = .. graden

Slide 11 - Open vraag

Hoekensom vierhoek = .. graden

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Bereken hoek A
A
95 graden
B
90 graden
C
100 graden
D
275 graden

Slide 14 - Quizvraag


Slide 15 - Open vraag

Hoeveel symmetrieassen heeft een vlieger?
A
4
B
2
C
3
D
1

Slide 16 - Quizvraag

Waaraan herken je een gelijkzijdige driehoek?

Slide 17 - Open vraag

Waaraan herken je een gelijkbenige driehoek?

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel symmetrieassen heeft een parallellogram?
A
0
B
2
C
1
D
3

Slide 19 - Quizvraag