Hoofdstuk 11. Voortplanting - Paragraaf 11.5 Je lijkt op...

Kahoot!
Ga naar de app Kahoot! en log in met de code

OF

Ga naar kahoot.it en log in met de code: 9427207
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Kahoot!
Ga naar de app Kahoot! en log in met de code

OF

Ga naar kahoot.it en log in met de code: 9427207

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent deze afbeelding

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je leert waardoor je op je ouders lijkt; 

- Je leert hoe eigenschappen worden doorgegeven.

Slide 3 - Tekstslide

Bouw chromosoom
Chromosomen:  bestaat voor groot deel uit DNA

DNA: hierin zit alle informatie bv welke kleur haar, ogen enz.

Chromosomen zitten in elke cel van een mens
Cellen delen wordt dus alle infomatie gekopieerd.

Slide 4 - Tekstslide

Geslachts chromosomen
  • Lichaamscellen hebben 23 paar chromosomen = 46 totaal
  • Geslachtscellen hebben 23 chromosomen

Vrouw (eicel): 22 gewone chromosomen en 1 X chromosoom
Man (zaadcel): 22 gewone chromosomen en 1 X chromosoom of  1 Y  chromosoom

Slide 5 - Tekstslide

meisje/jongen
  • 46 chromosomen
  • 22 paar chromosomen even lang
  • 23e paar chromosomen zijn niet even lang(geslachtschromosomen)

Samensmelting eicel en zaadcel: 
 1 X + 1 Y = jongen
 1 X + 1 X = meisje

Slide 6 - Tekstslide

Ontstaan jongen/meisje

Slide 7 - Tekstslide

Je lijkt op...
23 chromosomen van de vader
23 chromosomen van de moeder


Bij elke zwangerschap worden andere chromosomen doorgegeven.
(broers en zussen lijken op elkaar, maar er zijn ook verschillen)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoeveel chromosomen hebben wij?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een eicel en een zaadcel
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 11 - Quizvraag

Voor welk geslacht staat XX
A
Meisje
B
Jongen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heten de chromosomen die bepalen of je jongen/meisje bent.

Slide 13 - Open vraag

Eigenschappen
Eigenschappen die vastliggen op je chromosomen zijn erfelijk.

Soms is alleen de aanleg voor een eigenschap erfelijk. Genotype. 

Dingen die je aan jezelf verandert en veranderingen door bv. een ongeluk, zijn niet erfelijk.
De informatie die je ziet (blauwe ogen, blond haar) noem je fenotype.

Slide 14 - Tekstslide

Aangeboren afwijking
  • Fout in de chromosomen
  • Erfelijke ziekte: erf je een ziekte van je ouders

Ongevaarlijk: kleurenblindheid

Gevaarlijk: bv. ziekte van Duchenne: hier worden spieren afgebroken, hartspier wordt steeds zwakker (vaak niet ouder dan 30 jaar)

Slide 15 - Tekstslide

Syndroom van Down
1 chromosoom meer in hun cellen, de eicel had 24 chromosomen.


Meestal minder goed leren, maar in andere dingen juist wel goed zijn.

Meer kans op down: als de vrouw ouder wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Onderzoek ongeboren kind
Vruchtwaterpunctie: zuigt de arts met een naald een beetje vruchtwater uit de baarmoeder. 

Met de echoscoop kijkt hij of hij goed prikt. 

Vruchtwater zitten cellen  van de foetus (onderzoekt de chromosomen op erfelijke aandoeningen)

Slide 17 - Tekstslide

Onderzoek ongeboren kind
Vlokkentest: cellen uit de placenta gezogen. Hierin zitten cellen van de moeder, maar ook cellen van de foetus.

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk
Hoofdstuk 11. Voortplanting
Paragraaf 11.5 Je lijkt op...
Maken opdracht 1 t/m 18 (blz. 90 t/m 96)

BEN JE KLAAR?
Samenvatten paragraaf 11.5 of www.biologiepagina.nl 
(maak een begrippenlijstje of ga oefenen met QUIZLET)
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video