In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de individuele vraag?
Slide 2 - Open vraag
Hoe hoger de prijs hoe, hoe groter/kleiner de gevraagde hoeveelheid.
A
Groter
B
Kleiner
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Waar staan de volgende symbolen voor? P = Q =
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Bij een consumentensurplus is een consument bereid meer/minder te betalen dan de geldende prijs.
A
Meer
B
Minder
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het individuele consumentensurplus in dit voorbeeld, als de prijs €2 is en de consument
bereid is om €5 te betalen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn complementaire goederen?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Bereken de prijselasticiteit wanneer: Schoenen van €50, €10 goedkoper worden en de vraag toeneemt van 100 paar naar 110 paar.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Is de uitkomst van de vorige opgave elastisch of inelastisch?
A
Elastisch
B
Inelastisch
Slide 22 - Quizvraag
Het ging om een inelastische vraag. Wat betekent dit?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Neem aan dat qv = –2p + 150 de vraag naar de nieuwe cd van Marco Borsato weergeeft. P geeft de prijs in euro's weer en q het aantal duizenden exemplaren. A. Bereken de prijselasticiteit van de vraag als de prijs daalt van € 20 naar € 19
Slide 30 - Open vraag
Telecombedrijven zoals KPN en Vodafone bieden bij het afsluiten van een abonnement voor mobiele telefonie vaak hoge kortingen aan op de bijbehorende toestellen. A. Welke vraagfactoren hebben de telecombedrijven ertoe gebracht een korting te geven bij de aanschaf van een mobiele telefoon?
Slide 31 - Open vraag
Neem aan dat de collectieve vraagfunctie van het besturingsprogramma Windows 10 er op het moment van introductie door Microsoft als volgt uitzag: qv = –3p + 1800 (p in euro's en q in miljoenen stuks). Bereken de prijselasticiteit van de vraag, als de prijs van Windows 10 van €200 naar €220 stijgt
Slide 32 - Open vraag
Verklaar met behulp van de bij de vorige vraag berekende waarde van de prijselasticiteit of de omzet van Windows 10 door deze prijsverhoging stijgt of daalt