Lesson 26: the passive recap

WELCOME BACK 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME BACK 

Slide 1 - Tekstslide

Today’s lesson
  • Grammar; the passive 
  • What was the passive again? 
  • Explanation 
  • Do assignment 2 -> lesson 9/10

Slide 2 - Tekstslide

The passive 
  • As you have learnt from the grammar reader, the passive is a good form to use in your writing.
  • It is also a requirement to use the passive during your fake news project. That is why we wil be paying a little more attention to the passive.
  • For example, it’s better to say:
  • ” Weapons have been sold by the army” 
  • than “the army has sold weapons”.
  

Slide 3 - Tekstslide

The Passive (lijdende vorm)

Slide 4 - Tekstslide

Lijdende vorm

  • Het onderwerp van de zin ondergaat iets.
  • Het onderwerp voert de actie niet uit.


  • Example
  • Our kitchen window was broken by a burglar.

Slide 5 - Tekstslide

 Passive

  • Bestaat uit een vorm van to be + voltooid deelwoord

  • Bij de passive is het niet belangrijk wie of wat iets doet, maar de actie is wel belangrijk. Dus wat er wordt gedaan of gebeurt is .
  • Someone broke our kitchen window. > active
  • Our kitchen window was broken (by someone) . > passive



Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je de passive?
  • De passive bestaat uit:
  • vorm van 'to be' + voltooid deelwoord

  • The rules are written on the board (by the teacher).
  • The song was played three times (by the dj).
  • The wall has been painted green (by my dad).

Slide 7 - Tekstslide

Active vs Passive 
  • Active: I play tennis every Monday evening.
  • Passive: Tennis is played every Monday evening (by me).

  • Active: He has built this bicycle from scratch.
  • Passive: This bicycle has been built from scratch.

  • Active: Valentijn repaired my car last week.
  • Passive: My car was repaired last week (by Valentijn).

Slide 8 - Tekstslide

From active to passive...
Om een actieve zin passief te maken, moet het lijdend voorwerp vooraan in de zin komen te staan, als onderwerp van de passieve zin.
The cat chases the mouse.

'The mouse' wordt onderwerp van de passieve zin --> komt vooraan te staan
'chases' is een present simple --> present simple van "to be" --> is
gevolgd door het voltooid deelwoord van 'chase' --> chased
The mouse is chased by the cat.

onderwerp
lijdend voorwerp
onderwerp

Slide 9 - Tekstslide

What now? 
  • Do the exercises of lesson 9/10 in the document ‘fake news project’ 
  • Finished? Have a look at lesson 10/11 in the document ‘fake news project’ 

Slide 10 - Tekstslide