18,3 + 0,23 is op de rekenmachine 18,53
Omdat 18,3 maar één cijfer achter de komma (vanaf nu 'één decimaal') heeft, mag het antwoord ook maar één decimaal dus 18,53 wordt 18,5.
Nog twee voorbeelden:
356 + 2,65 = 358,65
Omdat 356 géén (0) decimalen heeft, mag het antwoord ook géén (0) decimalen hebben. Dus 358,65 wordt 359.
1,2 10³ + 80,5 = 1280,5
Eerst op dezelfde manier schrijven:
1,2 10³ + 0,0805 10³ = 1,2805 10³
Kleinst aantal decimalen is 1. Dus 1,2805 10³ wordt 1,3 10³.
Je kunt hier de 1,2 10³ NIET gaan schrijven als 1200, want dan maak je het getal opeens veel nauwkeuriger!