PSE en elektronenconfiguratie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In welke periode en welk blok zit het element met volgende elektronenconfiguratie?

A
periode 4 en s-blok
B
periode 3 en d-blok
C
Periode 3 en s-blok
D
Periode 4 en d-blok

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Het periodiek systeem is opgedeeld in verschillende perioden. Deze worden weergegeven met een nummer. Welke uitspraak is juist?
De periode komt overeen met...
A
het nummer van de laatst bezette hoofdschil
B
het nummer van de laatst bezette subschil
C
het aantal bezette subschillen
D
het aantal volledig bezette hoofdschillen

Slide 10 - Quizvraag

Ionvorming en oxidatiegetal (p. 47-50)

Slide 11 - Tekstslide

De elektronenconfiguratie van lood is gelijk aan
[Xe] 6s² 4f¹⁴ 5d¹⁰ 6p²

Verklaar de vorming van het ion
Pb4+
A
je krijgt zo de edelgasconfiguratie
B
je krijgt zo een volledig bezet subniveau
C
je krijgt zo een half bezet subniveau
D
geen van vorige drie

Slide 12 - Quizvraag

De elektronenconfiguratie van fosfor is gelijk aan
[Ne] 3s² 3p³

Verklaar de vorming van het ion
P3
A
je krijgt zo de edelgasconfiguratie
B
je krijgt zo een volledig bezet subniveau
C
je krijgt zo een half bezet subniveau
D
geen van vorige drie

Slide 13 - Quizvraag

De elektronenconfiguratie van seleen is gelijk aan
[Ar] 4s² 3d¹⁰ 4p⁴

Waarom kan seleen het OG +VI vormen?
A
je krijgt zo de edelgasconfiguratie
B
je krijgt zo een volledig bezet subniveau
C
je krijgt zo een half bezet subniveau
D
geen van vorige drie

Slide 14 - Quizvraag

De elektronenconfiguratie van ijzer is gelijk aan
[Ar] 4s² 3d⁶

Waarom kan ijzer het OG +III vormen?
A
je krijgt zo de edelgasconfiguratie
B
je krijgt zo een volledig bezet subniveau
C
je krijgt zo een half bezet subniveau
D
geen van vorige drie

Slide 15 - Quizvraag

periodieke eigenschappen (p. 51-53)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

eerste ionisatie-energie

Slide 20 - Tekstslide

De afmetingen van de atomen binnen eenzelfde groep
A
nemen toe
B
nemen af

Slide 21 - Quizvraag

De afmetingen van de atomen binnen eenzelfde periode
A
nemen toe van links naar rechts
B
nemen af van links naar rechts

Slide 22 - Quizvraag


De ionstraal van
Pb4+
A
is kleiner dan de atoomstraal van Pb
B
is groter dan de atoomstraal van Pb
C
is gelijk aan de atoomstraal van Pb

Slide 23 - Quizvraag


De ionstraal van
Se2
A
is kleiner dan de atoomstraal van Se
B
is groter dan de atoomstraal van Se
C
is gelijk aan de atoomstraal van Se

Slide 24 - Quizvraag

Welk element heeft de hoogste eerste ionisatie-energie?
A
kalium
B
calcium
C
broom
D
krypton

Slide 25 - Quizvraag