Lezen en luisteren

Welkom 2JAM
Wat doen we vandaag?
1. Bespreken vragen filmpje Lubach 
2. Theorie + lessonup 
3. Oefenen in facet  --> opdracht 5/8/9. 

Volgende les: oordopjes mee! 





Wat leer/doe je deze les?
1. Je wordt voorbereid op het examen lezen en luisteren 
2. We herhalen de tekstdoelen 
Vanaf 10 juni (volgende week) kun je een mail ontvangen van het examenbureau! 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2JAM
Wat doen we vandaag?
1. Bespreken vragen filmpje Lubach 
2. Theorie + lessonup 
3. Oefenen in facet  --> opdracht 5/8/9. 

Volgende les: oordopjes mee! 





Wat leer/doe je deze les?
1. Je wordt voorbereid op het examen lezen en luisteren 
2. We herhalen de tekstdoelen 
Vanaf 10 juni (volgende week) kun je een mail ontvangen van het examenbureau! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken: doel

Bijvoorbeeld; iets uitleggen, je vermaken, 
Tekstdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
  • Informeren
  • Instrueren
  • Activeren
  • Overtuigen
  • Amuseren
tekstdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.


De schrijver wil
 dat je iets te weten komt.
Voorbeelden: krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd.
Informeren

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.



De schrijver wil 
dat je weet hoe je iets moet doen.
Voorbeelden: recept, gebruiksaanwijzing
instrueren

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
De schrijver wil je overhalen iets te doen
Voorbeelden: reclametekst, uitnodiging, advertentie
activeren

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.



De schrijver wil 
dat je zijn mening overneemt.
Voorbeelden: bespreking/recensie van een film of boek
overtuigen

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.


De schrijver wil 
je vermaken.
Voorbeelden: verhaal, strip, roman 
amuseren

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
instrueren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel past bij de tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel past bij deze tekst?
A
amuseren
B
overtuigen
C
informeren
D
instrueren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel hoort bij de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
overtuigen
B
amuseren
C
instrueren
D
informeren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
instrueren
D
amuseren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welkom 2JAM
Aan de slag! 

Oefenen in starttaal 
Maken opdracht 5/8/9 

Succes!
Wat leer/doe je deze les?
1. Je wordt voorbereid op het examen lezen en luisteren 
2. We herhalen de tekstdoelen 
Vanaf 10 juni (volgende week) kun je een mail ontvangen van het examenbureau! 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies