suïcidepreventie

Suïcidepreventie
waarom dit onderwerp?
Door: Jessicca Arthur, verpleegkundige in opleiding
Datum: woensdag 27 maart 2024
Locatie: ROC Midden Nederland

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Suïcidepreventie
waarom dit onderwerp?
Door: Jessicca Arthur, verpleegkundige in opleiding
Datum: woensdag 27 maart 2024
Locatie: ROC Midden Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen voor dit symposium
  • Herkennen signalen suïcidaliteit.
  • Aandachtspunten benoemen tijdens een gesprek met een patiënt waarbij suïcidale gedachtes spelen. 
  • Patiënten wijzen op mogelijkheden voor hulp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van dit symposium
  • Wat is suïcidaal gedrag?
  • Inzicht verschaffen in de omvang van het probleem
  • Risicogroepen en -factoren
  • Handvaten bieden voor het omgaan met suïcidaliteit voor ons als verpleegkundige in de zorg

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is suïcidaal gedrag?
Met suïcidaal gedrag wordt bedoeld:
  • Gedachten over zelfdoding
  • Plannen voor zelfdoding
  • Suïcidale intrusies (i.e. ongewilde gedachten of beelden)
  • Voorbereidingen van een poging tot zelfdoding
  • Poging(en) tot zelfdoding
  • Zelfdoding

Slide 4 - Tekstslide

De doodswens is dubbel. Iemand die aan zelfdoding denkt, wil niet zomaar dood, maar ziet geen andere manier meer om verder te leven. Zelfdoding is dan een middel om met problemen om te gaan en niet het doel op zich.
Feiten over suïcide
  • 2 keer zoveel mannen als vrouwen
  • . In totaal waren er 1.885 suïcides in 2023
  • Gemiddeld 5 suïcides per dag
  • Jaarlijks zo'n 50.000 tot 100.000 pogingen
  • Elke suïcide raakt gemiddeld zo’n 135 mensen.
  • Doodsoorzaak nummer 1 onder jongeren
  • 2,5 x meer suïcides dan verkeersdoden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke risicofactoren dragen bij aan suicidaliteit?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Psychische stoornissen 
  • Vroegere suïcidepogingen
  • Traumatische ervaringen
  • Chronische ziekten en pijn
  • Verslaving
  • Stressvolle levensgebeurtenissen
  • Familiegeschiedenis van suïcide
  • Toegang tot middelen
  • Psychosociale factoren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootste risicogroep
4 op de 10 mensen die in Nederland overlijden door suïcide zijn mannen van middelbare leeftijd. Daarmee zijn middelbare mannen de grootste risicogroep voor suïcide in Nederland.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Hoe je alert kunt zijn op signalen 

10 veelvoorkomende signalen
• Iemand praat veel over de dood of zelfmoord
• Iemand vertoont risicovol gedrag
• Iemand gebruikt drugs of alcohol
• Iemand heeft een negatief zelfbeeld
• Iemand voelt zich hopeloos
• Iemand voelt zich alleen en trekt zich terug
• Iemand is agressief en prikkelbaar
• Iemand zegt dingen als ‘zo hoeft het niet meer’
• Iemand voelt zich een last voor anderen
• Iemand gedraagt zich opvallend anders

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In gesprek: 
Don't:
  • Geven van goedbedoelde adviezen
  • Bagatelliseren
  • Oordelen
  • Meepraten
  • Het meteen op willen lossen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Hoe je naar zelfmoordgedachten kan vragen en het gesprek kan voeren
  • Open vragen stellen & reflectief luisteren
-Contact maken

  • Erkenning & autonomie
-Inleven en bevestigen

  • Benoemen & concretiseren
kst
-Doorvragen

Zorg voor je jezelf

  • Wat doet dat met je?
  • Dat klinkt zwaar. Wilt u er wat meer over vertellen?

  • Dat lijkt me zwaar of eenzaam voor je.
  • Wat zou je nu het allerliefste willen?

  • “Ik ben er straks toch niet meer.” Wat bedoel je daarmee?
  • "Denk je eraan om jezelf iets aan te doen?"
  • "Heb je ook al een concreet plan?



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inschatting maken
Wat je vervolgens kunt doen
Schat de situatie in. Hoe veilig is het? Is iemand in de war of onder invloed? Leeft iemand alleen? Is er sprake van contactgroei?

Voorbeeldvraag:
Hoeveel haast heb je met het plan? Vandaag of morgen?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een levensbedreigende situatie:


Zorg voor je eigen veiligheid en die van de ander
Schakel hulp in. Bel 112 bij fysiek gevaar of waarschuw de huisarts(enpost) of een eerstehulppost die de crisisdienst kan inschakelen
Zorg voor een veilige omgeving: verwijder alcohol, drugs of andere voorwerpen waarvan je weet dat die voor de ander gevaarlijk zijn.
Laat de ander niet alleen en blijf tot professionele hulp is gearriveerd

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Hoe je de ander kan wijzen op mogelijkheden voor hulp
Geen direct gevaar:
Vrienden, familie of andere vertrouwenspersonen
Voorbeeldvraag:
'Deze gedachten zijn te zwaar om alleen te dragen. Wie zouden we nu kunnen bellen?''

Professionele hulp: de huisarts of 113 Zelfmoordpreventie bieden hulp en kunnen ook meedenken over wat de meest geschikte vorm van hulp is.
Voorbeeldvraag:
'Nu is een goed moment om jouw huisarts te laten weten dat je deze gedachten hebt. Zullen we samen bellen voor een afspraak of ga je dit zelf doen?'
'Hoe zorg je dat je de avond veilig doorkomt?'



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot:
Signaleer, Praat erover, Zoek samen hulp
  • Je weet nu hoe je gedachten aan zelfdoding herkent en dat praten over zelfmoord helpt. 
  • Je hebt handvatten gekregen om naar zelfmoordgedachten te vragen en weet welke vragen je kunt stellen.
  • Je weet waar je naar kunt verwijzen voor hulp


Feedback?





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies