2M week 12 les drie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today...
1. Who is here?
2. Reading
3. What did we do the previous lesson?
4. Homework
5. Practice!
6. Questions?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

What did we do in the previous lesson?

Slide 5 - Tekstslide

Well done! We talked about plurals

Slide 6 - Tekstslide

Plurals: Grammar recap
grammar recap

Slide 7 - Tekstslide

Plurals 
Hoe vertaal ik het woord 'plurals'?

Wat is de standaard regel voor de plurals?

Wat zijn de uitzonderingen?

Wat zijn onregelmatige plurals?

Slide 8 - Tekstslide

Well done!!!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Make a plural:

Building

Slide 11 - Open vraag

Make a plural:

hobby

Slide 12 - Open vraag

Make a plural:

tomato

Slide 13 - Open vraag

Make a plural:

day

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

"Do exercises 28, 29 and 30B"

Slide 16 - Tekstslide

6

Slide 17 - Video

Newsround
Let's watch newsround

Slide 18 - Tekstslide


Bye Bye!

Slide 19 - Tekstslide

00:46
Which country is the final destination for the Street Soccer Tour?
A
South Africa
B
Kenya
C
the United Kingdom
D
Senegal

Slide 20 - Quizvraag

01:00
True or false?
Most players in Amsterdam aren't good at soccer
A
True
B
False

Slide 21 - Quizvraag

01:14
Who gets to stay on the pitch?
A
The team that wins
B
The teams that's the first to score 4 points
C
The teams that's the first to score 4 points
D
The teams that loses

Slide 22 - Quizvraag

02:02
Met wie heeft deze speler net gezellig gekletst?
A
Fransen en Duitsers
B
Fransen en Zwitsers
C
Duitsers en Belgen
D
Belgen en Fransen

Slide 23 - Quizvraag

02:44
Hoeveel wedstrijden heeft het team van deze speler gewonnen?
A
Drie van de zes
B
Twee van de vijf
C
Zes van de zes
D
Vier van de vier

Slide 24 - Quizvraag

02:52
Waar gaat deze speler nu heen?
A
London
B
Kenia
C
Zuid-Afrika
D
Hij gaat naar huis

Slide 25 - Quizvraag