Paragraaf 1

Economie mavo 3
Welkom, we gaan zo beginnen.

Pak alvast je boek, rekenmachine, pen en een schrift.

Je mag bladzijde 158 - 159 voor je pakken.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Economie mavo 3
Welkom, we gaan zo beginnen.

Pak alvast je boek, rekenmachine, pen en een schrift.

Je mag bladzijde 158 - 159 voor je pakken.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Welke productiefactoren er zijn.
- Hoe je afschrijving berekent.
- Wat een bedrijfskolom is.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Sleep de beloning naar de juiste productiefactor.
Loon
Pacht
Winst
Rente
Huur

Slide 4 - Sleepvraag

EZELSBRUGGETJE
KANO
- Kapitaal
- Arbeid
- Natuur
- Ondernemerschap

Slide 5 - Tekstslide

productiefactoren
Arbeid
noodzakelijke arbeid voor de productie

Kapitaal
huisvesting, machines, transportmiddelen

Natuur
grondstoffen en energie voor productie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de toegevoegde waarde van een product?
De waardeverhoging van een product die ontstaat door het product te bewerken.  
Het product wordt steeds meer geschikt voor gebruik.

Door arbeid, tijd en energie die in het product is gestoken, wordt het product meer waard.

Slide 9 - Tekstslide

Restwaarde en afschrijving

Bedrijven hebben kapitaalgoederen (kassa's, kledingrekken, etc.).

Die spullen gaan een tijd mee, daarna kun je ze vaak nog verkopen, dat is de restwaarde.


Kapitaalgoederen worden steeds minder waard, de waardevermindering noem je afschrijving. 

Bedrijven gebruiken voor het aantal gebruiksjaren ook wel de term economische levensduur.

De formule voor afschrijving:

(Aanschafprijs - Restwaarde) : Aantal gebruiksjaren


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld van afschrijving
Stel ik heb een nieuwe telefoon nodig. Mijn huidige heb ik nu 2 jaar en heeft mij 800 euro gekost. Ik kan deze nog verkopen voor 200 euro.
De afschrijving van de telefoon bereken je als volgt:

(800 - 200) : 2 = 300 euro per jaar

Afschrijving kan ook per maand worden gevraagd.
Dan is de afschrijving als volgt:

(800 - 200) : (2 x 12) = 25 euro per maand
Aanschafprijs
800
Restwaarde
200
Gebruiksjaren
2

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het filmpje wat je zojuist heb gezien is een........
A
kapitaalintensieve productie
B
Arbeidsintensieve productie

Slide 13 - Quizvraag

Stelling:
De consument behoort tot de bedrijfskolom
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

aanschafprijs - restwaarde
---------------------------------------- =
economische levensduur
A
investering
B
rente
C
waardevermeerdering
D
afschrijving

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 16 - Quizvraag

De bakker heeft een nieuwe oven gekocht voor €2500.
Hij verwacht deze over 5 jaar in te kunnen ruilen en er €750 voor te krijgen.
Bereken de afschrijving per jaar.
A
€600
B
€1250
C
€450
D
€350

Slide 17 - Quizvraag

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 18 - Quizvraag

Noem de productiefactoren
A
Arbeid, Natuur en Kapitaal
B
Arbeid, Natuur, Kapitaal en Ondernemerschap
C
Arbeid, Natuur en Kapitaalgoederen
D
Arbeid, Natuur, Kapitaalgoederen en Ondernemerschap

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn de beloningen voor de productiefactoren?
A
loon, pacht, huur, rente en winst
B
arbeid, natuur en kapitaal
C
loon, pacht, natuur en kapitaal
D
arbeid, rente, winst en loon

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide