Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
betrekkelijk voornaamwoord
Les Betrekkelijk voornaamwoord
Lesplanning:
Uitleg betrekkelijk voornaamwoord 15 min
oefening samen betrekkelijk voornaamwoord. 5 min
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les Betrekkelijk voornaamwoord
Lesplanning:
Uitleg betrekkelijk voornaamwoord 15 min
oefening samen betrekkelijk voornaamwoord. 5 min
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les kunnen alle leerlingen het betrekkelijk voornaamwoord herkennen en benoemen in een zin.
Slide 2 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die en dat.
Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie, wat, hetgeen en welk(e).
Slide 3 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
die → verwijst naar de woorden
dat→ verwijst naar het woorden
Let op! Als het die en dat kunt vervangen door deze en die is het geen betrekkelijk voornaamwoord, maar een aanwijzend voornaamwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Betrekkelijk voornaamwoord
Als je verwijst naar een persoon dan gebruik je altijd wie + voorzetsel en niet waar + voorzetsel
Voorbeeld:
Het meisje waarvan ik het cadeau heb ik gekregen, is erg aardig→
Fout
Het meisje van wie ik het cadeau heb gekregen, is aardig → Goed
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Wat is het betr.vnw in de volgende zin:
Wie rookt leeft er onverstandig
A
Wie
B
er
C
onverstandig
D
er is geen betr.vnw
Slide 7 - Quizvraag
Het meisje dat hij leuk vindt
A
Het
B
dat
C
hij
D
er is geen betr.vnw
Slide 8 - Quizvraag
De leuke foto die ik heb gemaakt
A
de
B
die
C
heb
D
er is geen betr.vnw
Slide 9 - Quizvraag
Dat lieve meisje is van de trap gevallen
A
Dat
B
is
C
de
D
er is geen betr.vnw
Slide 10 - Quizvraag
Het schilderij.... je hebt opgehangen hangt scheef
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 11 - Quizvraag
De gewonde hond...... ik vond, jankte heel zielig
A
dat
B
die
C
wie
D
wat
Slide 12 - Quizvraag
Overzicht woordsoorten
znw, blw,olw,bn, ww (zww,hww,kww), pers.vnw, bezit.vnw, wederk.vnw, wedig.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, onbep.vnw, betr.vnw, vz, bw, tw, vgw.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
woordsoorten
Mei 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H4 betrekkelijk voornaamwoord
Mei 2018
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
betrekkelijk voornaamwoord
Maart 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
betrek.vnw
Oktober 2019
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
betrek.vnw
September 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
betrekkelijk voornaamwoord
Januari 2021
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 35: aanw. vnw. en betr. vnw.
Juni 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
betrekkelijk voornaamwoord
Mei 2017
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2