Kapitel 5 differentiatie

Welke regels ken je bij de bepaalde lidwoorden;
der, die, das, die?
1 / 33
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke regels ken je bij de bepaalde lidwoorden;
der, die, das, die?

Slide 1 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een onbepaald lidwoord:

Slide 2 - Woordweb

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
mannelijke dieren,
personen,
beroepen
vrouwelijke dieren, personen, beroepen

Woorden die eindigen op een -E / -IN 
HET-woorden

het huis, het paard, het kind


alle meervouds-woorden

Slide 3 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
de/het
der
die
das
die
een
ein
eine
ein
-
geen
kein
keine
kein
keine

Slide 4 - Tekstslide

Waarbij komt er een E achter ein/kein?
A
mannelijk en vrouwelijk
B
mannelijk en onzijdig
C
vrouwelijk en meervoud
D
onzijdig en meervoud

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm bij EIN?
A
ein
B
eine
C
die bestaat niet

Slide 6 - Quizvraag

(een) Mann
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 7 - Quizvraag

(een) Note
A
kein
B
keine
C
ein
D
eine

Slide 8 - Quizvraag

(geen) Buch
A
ein
B
kein
C
eine
D
keine

Slide 9 - Quizvraag

(geen) Haare
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 10 - Quizvraag

Ich habe ______ (geen) Zitrone.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 11 - Quizvraag

(een) Kuh
A
ein
B
eine
C
kein

Slide 12 - Quizvraag

In hoeverre begrijp jij de regels van de lidwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

WE GAAN GEZAMENLIJK DOOR MET DE RODE GROEP (BEGELEIDINGSGROEP)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Een ezelsbruggetje voor jou!
Het lidwoord voor vrouwelijk en meervoud eindigt op -die dus-> -eine

Slide 17 - Open vraag

Welke combinatie is juist?
A
kein Frau
B
eine Kind
C
ein Mann
D
kein Kinder

Slide 18 - Quizvraag

Der Wolf ist (geen) .... Hund, sondern ein wildes Tier.
A
kein
B
ein
C
keine
D
eine

Slide 19 - Quizvraag

(Een) .... Stunde dauert 60 Minuten.
A
kein
B
keine
C
ein
D
eine

Slide 20 - Quizvraag

Klopt dit ezelsbruggetje: Het lidwoord voor mannelijk en onzijdig is -der-> dus -ein zonder -e
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Naar welk woord moet je kijken om te bepalen welke lidwoord je moet opschrijven?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Werkwoord
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 22 - Quizvraag

Nimmt Aufgabe 1 dabei.
Gemeinsam lesen.

Slide 23 - Open vraag

die Evaluation

Slide 24 - Tekstslide

Snap je de regels van de bepaalde lidwoorden en onbepaalde lidwoorden tot nu toe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Evaluatievraag 1:
Fische haben (geen).... Beine.

Slide 26 - Open vraag

Evaluatievraag 2: Ich habe gestern (geen).... Obst gegessen.
A
eine
B
kein
C
ein
D
keine

Slide 27 - Quizvraag

Evaluatievraag 3: Dort wird een .... Torte zum Mitnehmen angeboten.

Slide 28 - Open vraag

Evaluatievraag 4:
Am liebsten streichelt sie (een) .... Schaf.
A
eine
B
keine
C
ein
D
kein

Slide 29 - Quizvraag


Hast du das Ziel erreicht?
0100

Slide 30 - Poll

Wie verlief diese Unterrichtsstunde?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Was war gut? Was war schlecht?
Gib mir einen Tipp und ein Top!

Slide 32 - Open vraag


Slide 33 - Open vraag