English 101

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Ik ben...

in het Engels is dit...

1. I are
2. I ame
3. I am
4. i ben

(hij gaat) to the zoo

*vertaal het stukje tussen de haakjes

1. He go
2. She go
3. He goes
4. he go's

They are

dit bekent?

Hij heeft

Zij is geweest

Ik ben

Zij zijn

I am

They are

He has

She is been

We have been

1. wij zijn geweest
2. wij gaan heen
3. wij hebben gehad
4. wij hebben een been

Hi there...

5 minutes time for your own

eat something if you like

blooket

cell phones on my desk 

or in the caskets

Indeling les

- herhaling vorige les

- nieuw werkwoord (grammatica)

- herhaling 'ontkenning' (ik heb niet)

- Opdrachten bij thema 'familie en vrienden

Hoe zat het ook al weer?

I am - You are ??

Zij zijn

ik ben

u was

you were

I am

they are

you are

 jij bent

(..zij zijn..) at the stadium

1. She is
2. She are
3. They are
4. They is

(hij is) to the cinema (geweest)

1. he is been
2. he has been
3. He been
4. he have been

(wij waren) not ready

1. we was
2. they were
3. they was
4. we were

Nieuw werkwoord: 'Hebben'
hoe schrijf je 'ik heb'?

Ik heb

jij hebt

hij/zij heeft

wij hebben

jullie hebben

ik had

jij had

hij/ zij had

wij hadden

jullie hadden

ik heb gehad

hij heeft gehad

'hij heeft' is in het Engels....

U heeft

is in het Engels...?

+ n't achter het werkwoord!!!

Ik heb niet...

is in het engels?

Zij heeft niet

is in het Engels?

Zij hebben niet gehad

is in het Engels....

opdrachten

- vul de werkwoordtabel in (werkwoord hebben - to have)

- Deviant boek Engels

bladzijde 29 t/m 32

maken opdr. 1 t/m 4

opdrachten

Strux kopieerboekje bladzijde 15

vertalen - zet de zinnen er onder

luisteroefening hoeft niet!

Strux boekje 'lezen' opdracht 1 t/m 7

March, 30

Wat gaan we doen

Herhaling vorige les

Opdrachten in je boek

Grammatica opdracht

Vertaalopdracht

In je boek

Bladzijde 33

opdracht 1

Jezelf voorstellen

I am Mr Bos

I am 33 years old

I am married (to Roline)

I have two daughters

and I have one a cat

I like football and cycling

I do not like meetings

werkwoorden

I am - ik ben (Meneer Bos)

I have - ik heb (een kat)

I like - ik vind (wielrennen) leuk

I do - ik doe (niks)

I live in - ik woon in (Emmen)

I play - ik speel (voetbal)