Chapter 4. The Enlightenment and the abolition of slavery

Chapter 4. The Enlightenment and the abolition of slavery
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Chapter 4. The Enlightenment and the abolition of slavery

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Na afloop weet je meer over slaafgemaakten,
dat ze zich niet bij hun situatie neerlegden en hoe de afschaffing van slavernij tot stand kwam
Learning objective:
On completion, you will know 
  1. What abolitionism is and why this movement started.
  2. That they rebelled against their situation.
  3. How the abolition of slavery came about.

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze slide
Deze slide is bedoeld om de leerdoelen van deze les duidelijk te maken aan de leerlingen.


Learning goal 1
What is abolitionism and why did this movement start.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abolitionism
Abolition = abolition >> abolitionism = movement that wants the abolition of slavery.
Protest against slavery before:
  • Some thought it unchristian "God thinks every human being is valuable"
  • Enlightened thinkers: Everyone has fundamental rights (freedom), so also slaves.
The rest thought it was normal to have slaves.
>> FR abolished slavery in 1794 (Enlightenment) >> Napoleon restored it again (was too detrimental to the economy of the colonies).

Translated with www.DeepL.com/Translator (free version)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abolitionism
  • First goal: abolition of slave trade >> slavery would disappear by itself and owners would treat their slaves well.
  • GB had strong abolitionist movement >> 1807: abolition of slave trade >> under British pressure, other countries followed suit.
Despite prohibition, slavery did not decline. Reasons for this:
  • 1) Illegal human trafficking continued.
  • 2) Children of slaves were better cared for >> later slaves.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abolitionism
  • Abolitionists now wanted to stop slavery. By:
  • Buying slaves free.
  • Convincing others of their rightness (books, pamphlets and prints).
  • But as long as slavery was not outlawed, this system continued to exist.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Step 1: Read the learning text "Abolitionism"

Step 2: Complete assignment 4 & 5

Done?
Continue with learning objective 2.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Netherlands and the abolition of slavery 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning goal 2 & 3
That they rebelled against their situation.
How the abolition of slavery came about.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Curaçao uprising 1795

On 17 August, a major revolt starts on Curaçao. People in slavery rise up against inhumanly hard work and cruel beatings.
Their leader is Tula.
The revolt quickly spreads throughout the island.
The rebellion starts at plantation Knip.
To defend Curaçao, a fort, Fort Amsterdam, was built at the entrance to the port. The fort also houses the prison. 
The arrow points to a picture of the fort.
Old maps show not only a map, but also a view from the sea. This allows you to recognise Curaçao from a ship.

Slide 10 - Tekstslide

1. Doel van deze slide
De context schetsen van Curaçao.
2. Bespreek met de leerlingen
de tekst en bekijk de hotspots / oogjes op de kaart. Inzoomen op de kaart is mogelijk.
3. Achtergrondinformatie
De opstand start als een groep van ongeveer 50 slaafgemaakten op plantage Knip in verzet komen. Tula heeft samen met anderen de opstand op verschillende plantages voorbereid. Op suikerplantage Santa Cruz komen mensen in opstand onder leiding van Bastian Carpata. Het verzet op de plantages in het noordwesten van Curaçao groeit uit tot ongeveer 1200 opstandelingen.
Op weg naar de hoofdstad Willemstad passeren ze vele plantages. Een aantal plantagehouders is uit angst gevlucht naar de stad. Tula en zijn mannen profiteren van de achtergelaten voorraden voedsel en water. Maar niet overal treffen zij verlaten plantages aan. Er vinden ook aanvallen en plunderingen plaats, waarbij niet alleen mensen bevrijd en wapens buitgemaakt worden, maar ook enkele slachtoffers vallen. Tijdens deze strijd sluiten steeds meer mensen zich aan bij Tula.
September 7, 1795, Mediation
A priest mediates between the insurgents and the Dutch administration. He quotes Tula:
'"We have been mistreated too much, we seek no harm to anyone, but seek our freedom, the French Negroes have gained their freedom, Holland has been taken by the French, next we must be free here too."

Slide 11 - Tekstslide

1. Doel van deze slide
De reden van de opstand bespreken.
2. Bespreek met de leerlingen
Een katholieke pater Jacobus Schinck, die al jaren op Curaçao woont en de taal (Papiaments) goed beheerst, gaat als onderhandelaar op bezoek bij Tula. Van deze ontmoeting maakt hij een verslag dat hij op 7 september 1795 aan de gouverneur stuurt. 
3. Meer uit het verslag van pater Schinck: 
'Heer Pater, komen alle mensen niet voort uit een vader Adam en Eva? Heb ik kwalijk gedaan dat ik 22 van mijn medebroeders verlost heb uit hun boeien, waarin zij onrechtvaardig geworpen waren? De Franse vrijheid heeft ons gediend tot torment. Als iemand van ons gestraft werd, werd hem telkens tegengeworpen ‘zoek jij ook je vrijheid?’ Eens werd ik vastgebonden. Ik riep zonder ophouden genade voor een arme slaaf. Toen ik uiteindelijk losgelaten werd liep het bloed uit mijn mond. Ik viel op de knieën en riep tot God, Oh God almachtig is het Uw wil dat wij zo mishandeld worden? Ah Pater, zelf een dier wordt beter behandeld dan wij. Als een beest een poot gebroken heeft wordt het verzorgd.'
What can you take from this?
A
Tula seeks revenge
B
Tula no longer wants to be mistreated
C
Tula wants freedom
D
Tula wants to become French

Slide 12 - Quizvraag

1. Doel van deze slide
De leerlingen vullen in wat de belangrijkste reden van Tula is om in opstand te komen.
2. Opdracht
Het goede antwoord is C, Tula wil vrij zijn.

The Dutch put pressure on Tula. Tula gets no punishment if he stops the rebellion and everyone goes back to work.
What do you think he chooses?
Back to work and no punishment
He continues the rebellion
Other choice

Slide 13 - Poll

1. Doel van deze slide
De leerlingen verplaatsen zich in Tula en denken na over zijn motivatie .
2. Opdracht  
De leerlingen kunnen het niet weten, maar alleen vermoeden wat hij kiest. Daarom is deze vraag een ‘poll’. leerlingen kunnen zich bijvoorbeeld afvragen in hoeverre Tula de Nederlanders kan vertrouwen. Zou hij ongestraft kunnen terugkeren naar de plantage? 
Tula is captured
Tula and his fellow leaders are captured and interrogated at Fort Amsterdam.

The Dutch want him to confess that he wants to take over governance of the island.
Therefore, they torture him. There are five levels of torture. Only at the most horrific torture does Tula give in.
They proceed even to the fifth degree of agony

Slide 14 - Tekstslide

1. Doel van deze slide
De leerlingen realiseren zich dat slaafgemaakten die in opstand kwamen heel zwaar werden gestraft. 
2. Bespreek met de leerlingen
In opstand komen is echt een daad van moed en wanhoop, want als je niet slaagt zijn de consequenties heel ernstig. 
3. Achtergrondinformatie
Het begint met psychische marteling, oftewel dreigen om tot lichamelijke marteling over te gaan. Daarna wordt de gevangene op een pijnbank gelegd om met behulp van gewichten zijn ledematen uit te rekken. Als dat onvoldoende resultaat opleverde, kon dit uitrekken langduriger toegepast worden. Daarna gingen de ondervragers ertoe over de gevangene te slaan en in het laatste geval ook op allerlei andere manieren te martelen (de vijfde graad van pijniging). Tula heeft deze vreselijke pijnen tijdens zijn verhoren heel erg lang weten te doorstaan.

How much value do you assign to Tula's guilty plea and why?

Slide 15 - Open vraag

1. Doel van deze slide
De leerlingen laten nadenken over de waarde van de bekentenis.

2. Bespreek met de leerlingen
Tula heeft enkel en alleen door de martelingen toegegeven dat hij de leiding van het eiland wil overnemen.
Het is een valse bekentenis.
Death penalty
Tula and other leaders of the rebellion receive a gruesome death sentence. 

On 3 October 1795, Tula was murdered.
Rerun: 'Tula as the leader of all those murderers, looters, arsonists and ultimately responsible for the devastation caused.
Tula who by now has also admitted that he ordered everything. Therefore, I would suggest tying him to a wooden wheel and then breaking all his bones and having his face scorched by fire. After that, his head should then be chopped off with an axe. His head would then have to be pinned on a wheel or a specially made pole. That wheel or pole would then be put down at a place that You noble Lords think fit for it.'

Slide 16 - Tekstslide

1. Doel van deze slide
Tula wordt ter dood veroordeeld, een gruwelijke dood.
2. Bespreek met de leerlingen
Bij het oogje kunt u de veroordeling lezen in een hertaling (modern Nederlands). De gruwelijke straf van Tula (geschreven als Thoula) is uitgebreid en tot in detail beschreven. Dit kan heftige reacties oproepen. U kunt ook vertellen dat de gruwelijke doodstraf expliciet beschreven wordt, zodat de leerlingen dit niet hoeven te lezen.
3 Mogelijke opdracht: 
De doodstraf wordt publiekelijk voltrokken. Waarom? Antwoord om een voorbeeld te stellen en zo te voorkomen dat nogmaals een opstand uitbreekt.

Laat de leerlingen nagaan hoe lang de opstand geduurd heeft.
Wat zegt dat over het veroordelingsproces?
17 augustus 1795 begint de opstand. Op 3 oktober is Tula vermoord, 6,5 weken na de start van de opstand.
4. Achtergrondinformatie
In de kantlijn wordt ook de straf van Nicolaas van Spransa, de broer (broeder) van Tula vermeld. Hij zal op het wiel worden gelegd en al zijn botten zullen worden gebroken. Dan krijgt hij de genadeklap en wordt hij van zijn kruis afgehaald.
Onder aan de pagina begint ook de veroordeling van Bastian Carpata, die de opstand op een andere plantage startte. 
Dutch protest against slavery  

In the 19th century, protests against slavery slowly emerged in the Netherlands, and then only in limited circles. Women in particular take action. For example, women from Marum in Groningen wrote a letter to the king in 1855.
Transcription:
'The undersigned, all residents of the Municipality of Marum, Province of Groningen, deeply penetrated by the unchristian and inhumanity of slavery'
Transcription:
'Yes Sire! It is the wish of us all, our most fervent prayer: that Holland's beloved King may soon say with a cheerful heart: Among the many millions of people we rule in different parts of the world, we have no more slaves, all our subjects are free.

Slide 17 - Tekstslide

1. Doel van deze slide
Protesten tegen slavernij komen in Nederland langzaam op gang.
2. Bespreek met de leerlingen
Deze brief van de Marumse vrouwen verwijst naar de troonrede van de koning waarin hij afschaffing van slavernij heeft aangekondigd.  Maar er moet onderhandeld nog worden over de hoogte van de compensatie maatregelen voor de plantage-eigenaren. Het wetsvoorstel komt er pas in 1863. 
Bij de oogjes kunt u stukken tekst lezen.
Transcriptie= de letterlijke tekst
Hertaling = modern Nederlands
3. Achtergrondinformatie
Het verzet tegen afschaffing van slavernij wordt gevoed door Engelse vrouwen. In Engeland is in 1833 slavernij afgeschaft onder meer door dat Engelse vrouwen 400.000 handtekeningen ophalen tegen slavernij. Engelse vrouwen houden ook in Nederland  pleidooien voor afschaffing van slavernij. Dit leidt tot een grote petitie in 1842. De regering is zich dan bewust dat afschaffing gezien internationale ontwikkelingen niet te voorkomen is, maar wil voorkomen dat afschaffing van slavernij leidt tot ineenstorting van de plantage economie.
Abolition of slavery
The Netherlands abolished the slave trade in 1814.
It was not until 1863 that slavery was banned.

Plantation owners receive compensation of 300 guilders for each enslaved person.

People who worked in slavery receive nothing. In Suriname, they are still obliged to work on the plantation for 10 years.
Retranslation
'To the "owners" of the "slaves" compensation is granted.'
Re-translation:
'The freedmen are under a special supervision of the State for 10 years.'

Slide 18 - Tekstslide

1. Doel van deze slide
Stappen naar afschaffing slavernij.
2. Bespreek met de leerlingen
In 1814 verbiedt Nederland de winstgevende handel in slaven.
Het parlement kan het echter niet eens worden over de schadevergoeding die de eigenaren van de plantages moeten krijgen. Pas in 1863 wordt de slavernij zelf afgeschaft in de Nederlandse koloniën. De staat compenseert alleen de plantage-eigenaren en niet de slaafgemaakten. Bovendien zijn veel mensen in slavernij nog steeds niet vrij. Zij worden onder toezicht gesteld. In Suriname is men verplicht nog tien jaar op de plantage te werken tegen een karig loon.
Pas daarna krijgen ze volledige burgerrechten en zijn ze echt vrij.
3. Achtergrondinformatie
In 1833 werd slavernij verboden in de Britse kolonies. Internationaal gezien is Nederland pas een van de laatste landen die ertoe over gaat de slavernij af te schaffen. Lang is de mening algemeen dat de tot slaafgemaakten de vrijheid niet zouden aankunnen. Daarbij komt dat de eigenaren van de plantages aanzienlijke financiële schade zouden lijden van de afschaffing. En dat economische argument was misschien nog wel belangrijker.  
When will the Netherlands abolish slavery in Suriname and the Antilles?
A
1860
B
1863
C
1870
D
1883

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Why were most slaves still "enslaved" in the Dutch colonies by 1873?
A
Because they were happy to continue working for their former owner.
B
Because they still had to work for their owner for 10 years, that was part of the arrangement.
C
Because they had to work a compensation together for their former owner.
D
Because they could then be sold again as employees.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the name of the holiday about the liberation of slaves on 1 July?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Step 2: Read the learning text "The Netherlands and the abolition of slavery"

Step 2: Complete assignment 1, 2, 3, 6 & 7

Done?
Start making a summary of chapter 4

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies