Test: WW. O.T.T.

Vervoeg in de O.T.T:
lopen => hij ...
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Vervoeg in de O.T.T:
lopen => hij ...

Slide 1 - Open vraag

Vervoeg in de O.T.T:
branden => het ...

Slide 2 - Open vraag

Vervoeg in de O.T.T:
vinden => ik ...

Slide 3 - Open vraag

Vervoeg in de O.T.T:
heten => wij ...

Slide 4 - Open vraag

Vervoeg in de O.T.T:
worden => jij ...

Slide 5 - Open vraag

Wat is juist?
Hij...
A
maakt
B
maakd

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
Jij...
A
verwont
B
verwond
C
verwondt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
Robin...
A
schelt
B
scheldt
C
scheld

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
Ik...
A
ben
B
is
C
zijn

Slide 9 - Quizvraag

Wat is juist?
... jij (werkwoord eerst)
A
bereidt
B
bereid
C
bereit

Slide 10 - Quizvraag

Vul je test/toets formulier in via Google Classroom


Maakte je 0, 1 of 2 fouten => GROEN
Maakte je 3 of 4 fouten => ORANJE
Maakte je 5 fouten of meer => ROOD

Slide 11 - Tekstslide