Formuleren - Verwijswoorden

Verwijswoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert verwijswoorden op een goede manier gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Onze boot is gerepareerd. De boot was stuk. De boot brachten we naar een goede garage. Bij de garage hebben ze de boot erg netjes gemaakt. De boot zinkt nu niet meer naar de bodem. We kunnen nu weer met onze boot varen. 

Slide 3 - Tekstslide

Michelle is blij. Michelle heeft 8 euro verdiend.

Michelle is blij. Ze heeft 8 euro verdiend.

Slide 4 - Tekstslide

Verwijswoorden
het-woorden
onzijdig
het, zijn
dat, dit
de-woorden
mannelijk
hij, hem, zijn
die, deze
vrouwelijk
zij, ze, haar
die, deze
meervoud
zij, ze, hun
die, deze

Slide 5 - Tekstslide

Rotterdam heeft ...... grote drugsprobleem nog niet opgelost. 

Slide 6 - Tekstslide

Als je oud meubilair kwijt wilt, moet je ...... bij het grof vuil zetten

Slide 7 - Tekstslide

Het schilderij 'De Nachtwacht' zal ...... plaats in het Rijksmuseum wel behouden

Slide 8 - Tekstslide

Waar laten we die dozen met oude rommel? We zullen ...... maar op zolder zetten. 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Nieuw Nederlands online
Hoofdstuk 3
Taalverzorging: Verwijswoorden (1)

Slide 10 - Tekstslide