In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Inhalen opdrachten
BS1: 1 t/m 6
BS2: 8 t/m 12
BS3: 14, 16 t/m 19
Slide 2 - Tekstslide
Thema 7 Ecologie
Basisstof 4 Ecosystemen
Biomassa, kringlopen, voedselketen,
energiestromen, BPP
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog van ecosystemen? (bio-begrippen)
Slide 4 - Woordweb
In diagram 1 van figuur 1 staat de tolerantie weergegeven van een bepaalde soort watervlo's voor de concentratie zouten in de omgeving.
Jaap tekent in diagram 2 vier mogelijke lijnen om de tolerantie van een erg verwante soort watervlo's , die zich sneller kan voortplanten, aan te geven. Welke lijn is waarschijnlijk de juiste?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 5 - Quizvraag
Een populatie die groeit volgens een S-curve wordt gereguleerd door....
A
dichtheidsAFhankelijke factoren
B
dichtheidsONAFhankelijke factoren
Slide 6 - Quizvraag
Populatiedynamiek
Beide diersoorten groeien en worden uiteindelijk beperkt door een dichtheidsafhankelijke factor. Waardoor verschil in verloop?
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn Consumenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels en bacteriën
D
Virussen
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn Reducenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels en bacteriën
D
Virussen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Even checken:
Wat is de koolmees?
A
Producent 2e orde
B
Consument 2e orde
C
Consument 2e en 4e orde
D
Consument 1e en 3e orde
Slide 12 - Quizvraag
Wat denk je nu van Ecologie?
A
Makkelijk, kan ik snel zelfstandig doorwerken
B
Moeilijk, luister graag de uitleg mee
C
Het gaat redelijk
D
Echt lastig wil graag uitleg en nog wat extra hulp
Slide 13 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt werken met voedselketens en een voedselweb.
Je weet wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
Je kunt assimilatie en dissimilatie herkennen en toepassen en daarbij de begrippen organische en anorganische stof gebruiken.
Je kunt werken met ecologische piramides (aantallen maar vooral biomassa) en energiestromen (Binas 93A)
Je weet wat bedoeld wordt met bruto primaire productie (BPP) en netto primaire productie (NPP).
Slide 14 - Tekstslide
Onderwerpen
Voedselrelaties
Energiestroom
Piramiden en stromen in ecosystemen
Leg tijdens de leg Binas 93 open, bijna alles komt daar terug!
Slide 15 - Tekstslide
Voedselrelaties
Voedselketen: reeks van soorten, te beginnen bij een plant, waarbij elke soort voedselbron is voor de volgende
Schakel = trofisch niveau (= voedingsniveau)
Voedselweb: geheel van voedselrelaties binnen een levensgemeenschap
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
In de vorige dia zag je een voedselketen. Wat was het voedsel voor de toppredator?
A
Konijn
B
Groene kikker
C
Vuursalamander
D
Zandhagedis
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekenen de pijlen in een voedselketen?
A
wordt gegeten door
B
organische stof
C
energie
D
alle bovengenoemden
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Anorganische stof
Moleculen zonder C- & H-atoom
Meestal klein en weinig energie
Voorbeeld: CO2, O2 ,H2O
Organische stof
Moleculen met C- & H-atoom
Meestal groot en veel energie
Voorbeelden: Koolhydraten, vetten, eiwitten, DNA
Slide 21 - Tekstslide
Autotrofe organisme
kunnen uit anorganische > organische stoffen maken
hebben geen andere organismen nodig voor voeding
Nemen heterotrofe organismen ook anorganische stoffen op?
Slide 22 - Tekstslide
Piramides
3 redenen.....
biomassa =
het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme
Slide 23 - Tekstslide
Assimilatie vs Dissimilatie
Voorbeelden?
Slide 24 - Tekstslide
Autotrofe organisme
kunnen uit anorganische > organische stoffen maken
hebben geen andere organismen nodig voor voeding
Heterotrofe
Slide 25 - Tekstslide
Deel 2 -
Slide 26 - Tekstslide
Zie Binas 67, voor bouw organische stoffen
Organisch
Anorganisch
ijzer
kalk
koolstofdioxide
plamolie (een vet)
pepside (een eiwit)
stikstof
Zetmeel
water
zuurstof
Slide 27 - Sleepvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Welk organisme is een producent? (meerdere opties mogelijk)
A
Zoöplankton
B
Fytoplankton
C
Een eik
D
Eikenprocessierups
Slide 31 - Quizvraag
Een koe kan zowel een consument van de eerste als van de tweede orde zijn.
A
Goed
B
Fout
Slide 32 - Quizvraag
Dode resten van organismen worden gegeten door detrivoren (afvaleters) en zijn net als andere dieren consumenten.
A
Fout
B
Goed
Slide 33 - Quizvraag
De overgebleven dode resten worden door reducenten (bacteriën en virussen) gegeten
A
Goed
B
Fout
C
Bijna goed
D
Helemaal fout
Slide 34 - Quizvraag
Opdracht
Klik zo op de link naar de website en maak de opdracht (tot alle antwoorden goed zijn, je kan jezelf tussendoor controleren)
Slide 35 - Tekstslide
https:
Slide 36 - Link
Assimilatie vs Dissimilatie
Slide 37 - Tekstslide
Zie afbeelding vorige dia. Bij welk nummer zou je fotosynthese invullen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 38 - Quizvraag
Geef voor de nummers 2 t/m 4 ieder een voorbeeld van een proces dat daar past.
Slide 39 - Open vraag
Maak opdrachten ....
In boek of online
Slide 40 - Tekstslide
Deel 2 - energiestromen
Zie Binas 93A
Maar eerst teaser van netflix docu 'seaspiracy'
Slide 41 - Tekstslide
Per trofisch niveau is er energieverlies (90%) door dissimilatie en onverteerde resten (uitwerpselen).
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Energiestroomschema producent - Binas 93A2
Slide 44 - Tekstslide
Energiestroomschema consument - Binas 93A2
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Bij welke diersoorten is component F het grootst?
A
Carnivoren
B
Omnivoren
C
Herbivoren
D
Component F is niet variabel
Slide 47 - Quizvraag
Slide 48 - Video
Slide 49 - Tekstslide
Welk proces vormt dus de basis van de Bruto Primaire Productie?
Slide 50 - Open vraag
Noteer tenminste één tip en één top voor de afgelopen lessen