Meetonzekerheden en significantie

Hoe kun je nauwkeurig meten?




                         de schuifmaat staat ingesteld op mm
schroef

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe kun je nauwkeurig meten?




                         de schuifmaat staat ingesteld op mm
schroef

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lees de schuifmaat af

Slide 3 - Open vraag

Significante cijfers
  • alleen cijfers die informatie geven tellen mee
  • nullen aan het begin geven geen informatie
  • nullen aan het einde wel

voorbeelden:

162741        6 significante cijfers

0,038          2 significante cijfers

20,40          4 significante cijfers

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heeft het getal 0,0068020
A
7
B
6
C
5
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Regel bij vermenigvuldigen

Kijk naar de begingetallen. Gebruik in je eindantwoord het kleinste aantal significante cijfers.


voorbeelden:

25 x 4 = 100 --> 1*10^2                     1 significant cijfer

1000 x 0,0240 = 24,0                         3 significante cijfers

32,00 : 4,0 = 8,0                                   2 significante cijfers

Slide 6 - Tekstslide

0,0300 x 50,00
A
1,5
B
1,50
C
1,500
D
1,5000

Slide 7 - Quizvraag

Regel bij optellen

Maak beide getallen gelijksoortig (in 10-tallen, 100-tallen etc, of werk voorvoegsels weg). Gebruik het kleinste aantal cijfers achter de komma.


100 g + 0,35 kg = 0,100 kg + 0,35 kg = 0,45 kg

of 100 g + 3,5*10^2 g = 4,5*10^2 g

50 + 0,002*10^2 = 50 + 0,2 = 50,2 --> 50 !!!

Slide 8 - Tekstslide

4,25 + 5,8
A
10
B
10,1
C
10,05
D
1*10^2

Slide 9 - Quizvraag

geef het antwoord met juiste aantal significante cijfers

Slide 10 - Open vraag