- Stap 1: Stel vast hoe veel werkwoorden er in de zin staan.
- Stap 2: Verander de zin van tijd.
- Stap 3: De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, zijn de persoonsvormen. De andere werkwoorden zijn inf, od of vd.
De Big-Bazar heeft besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd krijgt.
De Big-Bazar had besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijd kreeg.