werkworden & modalverben
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
timer
0:30
noem de modalverben
Slide 2 - Woordweb
Welk Modalverb heeft geen klinkerwisseling?
timer
0:30
Slide 3 - Open vraag
(dürfen) Wir ... im Schokoladenmuseum viel Schokolade kaufen.
timer
0:30
A
darf
B
darfst
C
dürft
D
dürfen
Slide 4 - Quizvraag
(wissen - können) ... du, wo man
coole T-Shirts kaufen ... ?
coole T-Shirts kaufen ... ?
timer
0:30
A
wissen, kann?
B
weiß, können?
C
weißt, kannst?
D
weißt, kann?
Slide 5 - Quizvraag
(mögen - wollen) Sara ... ihre alte Jeans nicht. Sie ... eine neue.
timer
0:30
A
mag, wollen
B
magst, wollt
C
mag, will
D
magst, willst
Slide 6 - Quizvraag
sein vervoegen
ich, du, er,
ich, du, er,
timer
1:00
A
bin, bist, ist
B
seine, seinst, seint
C
bine, bistet, bist
D
seine, seinest, seinet
Slide 7 - Quizvraag
(sein) ich ... dreizehn Jahre alt.
timer
0:30
Slide 8 - Open vraag
(haben) Du ... einen Hund?
timer
0:30
A
habst
B
hast
C
hat
D
habe
Slide 9 - Quizvraag
kaufen, reisen, warten
op welk persoonlijk voornaamwoord maakt reisen een uitzondering?
op welk persoonlijk voornaamwoord maakt reisen een uitzondering?
timer
0:30
Slide 10 - Open vraag
vervoeg het woord: warten
ich, du, er
ich, du, er
timer
0:30
Slide 11 - Open vraag
schrijf het cijfer 376 uit
timer
1:00
