les verbes: -re

La conjugaison des verbes en -re
répondre = antwoorden
attendre = wachten
entendre = horen
perdre = verliezen
vendre = verkopen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

La conjugaison des verbes en -re
répondre = antwoorden
attendre = wachten
entendre = horen
perdre = verliezen
vendre = verkopen

Slide 1 - Tekstslide

Tekst
Tu défendes le beau portable.
Elle vends le bus.
Vous défendez le jeune enfant.
Ils ont perdu le match.
Tu as attendu le bus.
Nous répond à la question.
INCORRECT
CORRECT

Slide 2 - Sleepvraag

-s
-s
- (niks)
-ons
-ez
-ent
Sleep de uitgangen van de présent naar de juiste persoon.
je répond...
tu répond...
il/elle/on répond...
nous répond...
vous répond...
ils/elles répond...

Slide 3 - Sleepvraag

elle (répondre)

Slide 4 - Open vraag

ils (attendre)

Slide 5 - Open vraag

je (perdre)

Slide 6 - Open vraag

vous (vendre)

Slide 7 - Open vraag

nous (entendre)

Slide 8 - Open vraag

Bij de volgende vervoegingen gebruik je de 'passé composé'
ik heb beantwoord = j'ai répondu
jij hebt verloren  = tu as perdu
hij heeft gehoord = il a entendu
we hebben gewacht = nous avons attendu 
jullie hebben verkocht = vous avez vendu
zij hebben verdedigd= ils ont défendu

Slide 9 - Tekstslide

zij heeft geantwoord (répondre)

Slide 10 - Open vraag

ik heb verloren (perdre)

Slide 11 - Open vraag

wij hebben gehoord (entendre)

Slide 12 - Open vraag

jij hebt gewacht (attendre)

Slide 13 - Open vraag

jullie hebben verkocht (vendre)

Slide 14 - Open vraag

                       Parler
                                             Grandes Lignes
                                                   exercice 27
                                              à la page 42&43



Slide 15 - Tekstslide