6.4 - Bevruchting (1BK)

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon thuis of in de kluis
Chromebook open, schrift op tafel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon thuis of in de kluis
Chromebook open, schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Biologie
Voortplanting bij planten en dieren

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting bij planten en dieren
6.1 - Bloemen
6.2 - Bestuiving
6.3 - Een verslag maken
6.4 - Bevruchting
6.5 - Vruchten en zaden
6.6 - Voortplanting met bevruchting
6.7 - Voortplanting zonder bevruchting
6.8 - Verspreiding van zaden




Slide 3 - Tekstslide

Thema 6 - Voortplanting bij planten en dieren
6.2 - Bestuiving

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van de vorige paragraaf
Je kunt beschrijven wat bestuiving is
Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort bestuiving is II?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor soort bestuiving is III?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 8 - Quizvraag

Insectenbloem of windbloem?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 9 - Quizvraag

Insectenbloem
of windbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 10 - Quizvraag

Insectenbloem of windbloem?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 11 - Quizvraag

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 12 - Quizvraag

Thema 6 - Voortplanting bij planten en dieren
6.4 - Bevruchting

Slide 13 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten gaat
Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel

Slide 14 - Tekstslide

Stuifmeelbuis
Na bestuiving 
Doel stuifmeelkorrel: 
bevruchting


Slide 15 - Tekstslide

Bevruchting
Per vruchtbeginsel meerdere 
zaadbeginsels
Elk zaadbeginsel KAN bevrucht worden
Hieruit ontstaat een zaad
Bestaat uit zaadlobben en een kiem
kiem = 'nieuwe plant'

Slide 16 - Tekstslide

Bevruchting
Stuifmeelkorrel + eicel = zaad
Vruchtbeginsel wordt een vrucht
Verschilt per plant

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
Bestuiving -> stuifmeelkorrel op stempel
Bevruchting -> kern stuifmeelkorrel smelt samen met kern eicel

Na bevruchting ontstaat een kiem
Kiem zit in het zaadbeginsel -> zaad
Vruchtbeginsel na bevruchting -> vrucht

Slide 18 - Tekstslide

Bij bevruchting ontstaat een bevruchte stuifmeelkorrel.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Voor de bevruchting gaan
A
Eicellen van de stamper naar de meeldraad
B
Stuifmeelkorrels van de meeldraad naar de stamper
C
Eicellen en meeldraden beide de lucht in en ontmoeten ze elkaar daar
D
Planten hebben geen bevruchting

Slide 20 - Quizvraag

De bloem van een appelboom is bevrucht. Wat gebeurt er na de bevruchting?
A
Uit het zaadbeginsel ontstaat een vrucht
B
Uit het vruchtbeginsel ontstaat een vrucht
C
Uit het vruchtbeginsel ontstaat een zaad

Slide 21 - Quizvraag

Vruchten
Met of zonder vruchtvlees
Eetbaar (met energie) voor mens en dier
Zaden verspreiden zich (6.8)

Slide 22 - Tekstslide

Vruchten
In vruchten zitten zaden, maar hoeveel verschilt per soort (6.5)

Elk zaad ontstaat na bevruchting

Slide 23 - Tekstslide

Zaad
Vrucht
Plant
Kiem
Uit een bevruchtte eicel ontstaat een
Uit een zaadbeginsel ontstaat een
Uit een vruchtbeginsel ontstaat een
Uit een kiem ontstaat een nieuwe

Slide 24 - Sleepvraag

Vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Aan het werk


Maken:  6.4, opdracht 1 tot en met 5

Eerder klaar? 7+8 maken


Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten gaat
Je kunt beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel

Slide 26 - Tekstslide