3V H1 Woordenschat

Woensdag 9 november 
Periode 2 
Woordenschat
Project debatteren
Broodje boekverslag  - Elke les je leesboek mee 

Les Retorica en Stijlfiguren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 9 november 
Periode 2 
Woordenschat
Project debatteren
Broodje boekverslag  - Elke les je leesboek mee 

Les Retorica en Stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je weet wat Retorica is 

Je kunt uitleggen wat de stijlfiguren repetitio en enumeratio inhouden. 

Je kent 6 veelvoorkomende stijlfiguren . 
Leerdoelen deze les:

Slide 2 - Tekstslide

Uitleggen dat ik altijd het leerdoel benoem. Waarom zou ik dat doen? 
Retorica

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Repetitio

Bij een repetitio draait het om herhaling.  

Voorbeelden: 

 Je hebt mensen en mensen. Uur na uur na uur zagen we hetzelfde. Ik ben het zat, zat, zat. Drommels, drommels en nog eens drommels. Plus geeft meer, veel meer.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enumeratio

Een enumeratio is een opsomming.

Voorbeeld:

 In de verte zag ik heuvels, bomen, bloemen, geiten en koeien.
Merel houdt van aardbeien, kersen, frambozen en bessen, kortom: van fruit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opsomming in drieën

Een opsomming in drieën is een opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen.

Voorbeeld:

Ze verlangden naar vrede, vrijheid en geluk

Tussen het 2e en 3e onderdeel staat vaak het voegwoord en

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drieslag
Een drieslag is een vaste combinatie van een opsomming in drieën. 

. Een bekend voorbeeld is: Met bloed, zweet en tranen.
Ik kwam, ik zag, ik overwon (citaat van Julius Caesar). 
Met dit voorstel verminderen we onze kosten, stijgt onze winst en kunnen we de concurrentie beter aan dan ooit!
 


Slide 8 - Tekstslide

Veni, vidi, vici

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Climax

Een climax is een opsomming die naar een hoogtepunt voert. Het is een steeds sterker wordende reeks. 

Voorbeeld:

Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.
Jij bent de liefste van het land, van Europa, van de wereld.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerde climax
Een omgekeerde climax is een steeds zwakker wordende reeks. Het is het tegenovergestelde van een climax.

Voorbeeld: 
Het is schitterend, prachtig, mooi, eigenlijk best aardig.

De meningen liepen uiteen van subliem, geweldig, wel aardig tot matig, stomvervelend

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
drieslag
B
Enumeratio
C
climax
D
Repetitio

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
repetitio
D
climax

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De soldaten vochten voor God, vaderland en Oranje.
A
repetitio
B
climax
C
enumeratio
D
opsomming in drieën

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uur na uur gebeurde er niets.
A
omgekeerde climax
B
repetitio
C
enumeratio
D
climax

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.
A
omgekeerde climax
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
enumeratio

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WAT: H1 woordenschat opdracht 1 en 2 (blz.26) 

Klaar? Bedenk/zoek voor elk van de zes stijlmiddelen een eigen voorbeeld. 

Aan de slag!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

O, als ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets zachts.
J.H. Leopold
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Anti-climax

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee, zes, twintig, honderd mensen kwamen naar het feest toe.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Anti-climax

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met bloed, zweet en tranen ben ik geslaagd voor Nederlands.
A
Climax
B
Enumeratio
C
Anti-climax
D
Drieslag

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Vrijheid, gelijkheid, broederschap' is de leus van de Franse Revolutie.
A
Climax
B
Enumeratio
C
Anti-climax
D
Drieslag

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind .... nog best lastig te herkennen en wil meer hulp hierbij.
Repetitio
Enumeratio
Drieslag
Climax
Anti-climax
Niet van toepassing voor mij

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies