Feiten en meningen

Dinsdag 28 mei

Tekstverbanden en sigaalwoorden
Feit of mening  
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 28 mei

Tekstverbanden en sigaalwoorden
Feit of mening  

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt je op aan de titels op de nieuwssite NOS?

Slide 2 - Open vraag

Hoe controleer jij of iets echt is of nep?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Feit of mening
Een feit is iets wat waar is 
Een feit kun je controleren.
  

Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

Slide 5 - Tekstslide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Wat is het feit?

Wat is de mening?

Slide 6 - Tekstslide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''


Slide 7 - Tekstslide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''

Mening: ''Dat vind ik de liefste hond van de hele wereld.''

Slide 8 - Tekstslide

Welke zin (nen) is/zijn een mening(en)?
A
Vandaag is de tweede schooldag.
B
Het Nova College heeft meerdere vestigingen.
C
De docenten zijn aardig.
D
Ik heb tot 14.00 uur.

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is een feit?
A
Ik houd van ijs.
B
Ijsjes zijn koud.

Slide 10 - Quizvraag

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quizvraag

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Feit of mening?: Amstelveen is saai.
A
Feit
B
Mening.

Slide 13 - Quizvraag

Feit of mening?
'Yes, weer naar school'
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

Feit of mening:
De bladeren zijn nat.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quizvraag

Verschil feit en mening
Feit is ...
Mening is ...


Slide 16 - Tekstslide