MO4 DESIGN EN DECORATIE DECORATIEVE TECHNIEKEN

BWI
DESIGN & DECORATIE

MENEER NOOTEBOOM & MEVROUW VUGTEVEEN
3.1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BWIMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BWI
DESIGN & DECORATIE

MENEER NOOTEBOOM & MEVROUW VUGTEVEEN
3.1

Slide 1 - Tekstslide

DEZE LES
+ WAT WETEN WE NOG?
+ LEERDOEL
+ DESIGN EN DECORATIE MO-4
+ OPDRACHT DECORATIEVE TECHNIEKEN


Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN

Na deze les kan ik...
... verschillende decoratieve technieken omschrijven en toepassen op een eigen werkstuk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

LICHT - DONKER
CONTRAST
Lichte kleuren tegenover donkere kleuren
Zwart en Wit
Lichtblauw en Donkerblauw
Roze en Rood

Slide 5 - Tekstslide

COMPLEMENTAIR
CONTRAST
Kleuren die tegenover elkaar op de kleurencirkel liggen

Slide 6 - Tekstslide

WARME & KOUDE KLEUREN
Warme kleuren: kleuren waar veel rood in zit, zorgen voor energie en intimiteit.
Koude kleuren: kleuren waar veel blauw in zit, zorgen voor rust en ruimte

Slide 7 - Tekstslide

KLEUR SYSTEEM NCS
NCS
Ook is er het uitgebreide NCS kleursysteem. De NCS-waaier heeft 1.750 kleuren. Dit systeem gaat uit van 6 zuivere basiskleuren: geel (Y), rood (R), blauw (B) en groen (G), wit (W), zwart (S).

Door deze kleuren te mengen krijg je de NCS-kleuren. Elke kleur verschilt in zwartdeel, kleurdeel en tint. Daardoor heeft elke kleur een unieke code.

Slide 8 - Tekstslide

KLEUR SYSTEEM RAL
RAL
De RAL-basiswaaier bestaat uit ongeveer 210 kleuren. 
Alle RAL-kleuren hebben een uniek nummer met vier cijfers. De eerste twee cijfers geven de kleurtoon aan: 10 is geel, 20 is oranje, 30 is rood, 40 is violet of paars, 50 is blauw, 60 is groen, 70 is grijs, 80 is bruin, 90 is wit of zwart.

De laatste twee cijfers geven de tint aan binnen de kleurtoon. De cijfers en kleuren hebben geen logische opbouw.

Slide 9 - Tekstslide

VORMEN & FIGUREN
Abstracte Figuren
Organische figuren

Slide 10 - Tekstslide

VORMEN & FIGUREN
Geometrische vorm
Vorm Restvorm

Slide 11 - Tekstslide

Welke vorm is afgebeeld?
A
Geometrische vorm
B
Organische vorm
C
Abstracte figuren
D
Vorm restvorm

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm is afgebeeld?
A
Geometrische vorm
B
Organische vorm
C
Abstracte figuren
D
Vorm restvorm

Slide 13 - Quizvraag

Waar denk je aan bij
gevarensymbolen?

Slide 14 - Woordweb

PRODUCT INFORMATIE
LEZEN

Op het etiket worden symbolen aangegeven. Deze geven aan welke gevaren er zijn als je met het product werkt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

GEVARENSYMBOLEN
Brandbare stof
Brand bevorderende stof
Giftige stof
Bijtend
Explosief
schadelijk of irriterend
Schadelijk voor het milieu
Op de lange termijn gevaarlijk voor de gezondheid
Houder onder druk

Slide 17 - Tekstslide

APPLICATIEMETHODEN
Kwast
Roller
Spuiten
Je hebt kleine oppervlakten om te schilderen. Misschien wel lastige hoekjes. Dan werkt een kwast fijn
Je grote oppervlakken. Dan werk je snel en netjes met een roller.
Als je een heel groot oppervlak moet schilderen kun je ook spuiten. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

WERKVOLGORDE
Kwast
Roller
Spuiten
Je hebt kleine oppervlakten om te schilderen. Misschien wel lastige hoekjes. Dan werkt een kwast fijn
Je grote oppervlakken. Dan werk je snel en netjes met een roller.
Als je een heel groot oppervlak moet schilderen kun je ook spuiten. 

Slide 20 - Tekstslide

TAMPONEREN | SPONZEN | PENSELEN | SPATELEN
Tamponeren
Sponzen
Penselen
Spatelen

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT 1 | DECORATIEVE TECHNIEKEN
Zoek 4 inspiratie beelden van de verschillende technieken. Deze voeg je samen in een Powerpoint dia. Daarna maak je 4 ontwerpen vanuit de 4 verschillende decoratieve technieken. De volgende onderwerpen moeten terug te vinden zijn in je ontwerpen
Ontwerp 1: Letter, Font, Typografie
Ontwerp 2: Geometrische vorm
Ontwerp 3: Organische vorm
Ontwerp 4: Vrije invulling

Inspiratie voor sjablonen kun je vinden op Pinterest: https://nl.pinterest.com/
Zoek tips (werken bij Pinterest vaak beter in het Engels): Sjabloon, Stencil, Organic Shape, Geometrical Shape, Font.

Slide 22 - Tekstslide

SJABLONEREN
Een sjabloon is een uitgesneden vorm. Dit kun je doen door een vorm te snijden uit papier of uit folie met de plotter.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide