2H4: Much, Many, A lot of

2H4: Much, many, a lot of
09-11-'23
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2H4: Much, many, a lot of
09-11-'23

Slide 1 - Tekstslide

Herkansingsdatum Grammar Repetition
Dinsdag 14 november, 8e uur, lokaal 208.

Bepaald door jaarlaagcoördinator 2H

Slide 2 - Tekstslide

Today
Reading
Learning Goals
Homework Check
Much, many, a lot of, little & few
Test your Knowledge!
Homework

Slide 3 - Tekstslide

Reading
Grab your Reading book!
We are going to read for the next 3 minutes!

Slide 4 - Tekstslide

Learning Goals
After this lesson you know when and how to use 'much, many, a lot of, little & few.'
After this lesson you have finished exercises 6, 7 & 8.

Slide 5 - Tekstslide

Homework Check
Exercises 2 - 7 from Unit 2 - Lesson 3. (p. 59 - 62)

Slide 6 - Tekstslide

Much, many, a lot of, little & few
Deze gebruik je om te zeggen dat er veel of weinig van iets is.


Maak een aantekening in je schrift!

Slide 7 - Tekstslide

Much, many, a lot of, little & few
Bij telbare zelfstandige naamwoorden gebruik je:

A lot of - (veel)
Many - (veel)
Few - (weinig)
A few - (een paar)

Slide 8 - Tekstslide

Much, many, a lot of, little & few
Bij niet-telbare zelfstandige naamwoorden gebruik je:

A lot of - (veel)
Much - (veel)
Little  - (weinig)
A little - (een beetje)

Slide 9 - Tekstslide

Much, many, a lot of, little & few
'A lot of', 'much' & 'many' betekenen allemaal 'veel'

'A lot of' gebruik je bij bevestigende (+) zinnen 

'much' & 'many' gebruik je bij vragen (?) of ontkennende (-) zinnen

Slide 10 - Tekstslide

Test your Knowledge!
Kies bij de volgende opdrachten het correcte antwoord.
Je krijgt hiervoor 10 seconden per vraag.
Pak je aantekening erbij!

Slide 11 - Tekstslide

I don't have ... friends.
A
a lot of
B
much
C
many

Slide 12 - Quizvraag

This exercise takes ... time.
A
a lot of
B
much
C
many

Slide 13 - Quizvraag

Do you know ... about this topic?
A
a lot
B
much
C
many

Slide 14 - Quizvraag

I drink very ... water.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 15 - Quizvraag

He has ... friends from school.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 16 - Quizvraag

Can I borrow ... money?
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 17 - Quizvraag

... dishes on the menu are vegan.
A
Little
B
Few
C
A little
D
A few

Slide 18 - Quizvraag

To conclude:
When and how do we use 'much, many, a lot of, little & few'?

Slide 19 - Open vraag

Work on exercises 6, 7 & 8 from Unit 2 - Lesson 4 (2.4) in your book.

Questions? Raise your hand.
Finished? Show me your work! Then continue with the 'Versterk Jezelf' on your laptop!

Slide 20 - Tekstslide