Tussen koning en kiezer.

Introducties
Jaap van der Sterren
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Introducties
Jaap van der Sterren

Slide 1 - Tekstslide

Regels!
1. Zeg wat je wilt, maar zorg dat je het kan beargumenteren.
2. Als een ander praat, wacht tot die uitgesproken is.
3. Als je wat wilt zeggen, steek je vinger op.
4. Kom op tijd en voorbereid.
5. Wees respectvol.

Slide 2 - Tekstslide

Account
Je gaat naar www.tijdvoorgeschiedenis.nl
Dus niet via Somtoday.
Daar maak je met deze gegevens een account aan.

Slide 3 - Tekstslide

Wat leren we bij het vak geschiedenis?

Slide 4 - Open vraag

Wat is macht?

Slide 5 - Open vraag

Wie heeft de meeste macht?
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Wie is de baas van Nederland?

Slide 7 - Open vraag

Tussen koning en kiezer.

Slide 8 - Tekstslide

Nederland, een constitutionele monarchie.
1. Willem I (1815-1840)
2. Willem II (1840-1849)
3. Willem III (1849-1890)
4. Wilhelmina (1890/1898-1948)
5. Juliana (1948-1980)
6. Beatrix (1980-2013)
7. Willem-Alexander (2013-)

Slide 9 - Tekstslide

Een analyse (10 minuten)
1. Je krijgt een nummer toegewezen, samen met je buurman/buurvrouw.
2. Dit nummer hoort bij een koning of koningin van Nederland.
3. Door middel van Google & Tijd Voor Geschiedenis ga je samen op onderzoek.
4. Heeft jouw koning veel of weinig macht? Zoek bepaalde momenten op waarin je dit ziet. Beargumenteer of dit macht is.

Slide 10 - Tekstslide

Beantwoord deze vragen:
Welke politieke taken had hij/zij?
Hoe veranderde de macht van deze vorst in de loop van zijn/haar heerschappij?
Welke belangrijke gebeurtenissen of ontwikkelingen beïnvloedden zijn/haar macht?

Slide 11 - Tekstslide

Willem I

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat zijn dingen die Willem I mocht doen en Willem-Alexander niet mag doen?

Slide 14 - Open vraag

Tussen Koning en Kiezer.

Slide 15 - Tekstslide

Wie had de macht in Nederland in 1815?

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk!
Lees de tekst van 2.1 Tussen koning en kiezer, 1815 - heden
Maak opdracht 2 tot en met 6 en lever deze in.

Slide 17 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk?

Slide 18 - Tekstslide

In 1815 werd Napoleon verslagen.
  • Napoleon/Frankrijk had meermaals een grote Europese oorlog veroorzaakt.
  • Frankrijk had een sterke en machtige buur nodig.
  • Sterk en machtig? Dan heb je een koning nodig!
  • Nederland en België worden samen "Verenigd Koninkrijk der Nederland.
  • Machtige en sterke koning wordt gezocht; Willem, prins van Oranje.  
  • Logisch. Want de Oranje familie was al belangrijk in de Nederlanden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat staat er in onze Grondwet?

Slide 21 - Woordweb

Een grondwet! 1814-1815 editie!
  • Willem krijgt veel macht. 
  • Vrijheid van godsdienst.
  • Gelijkheid voor de wet.
  • Onafhankelijkheid der rechterlijke macht.

Slide 22 - Tekstslide

Veel macht voor de koning
  • Volgens de grondwet:
Volk heeft inspraak via een parlement. (Een volksvertegenwoordiging gekozen door het volk.)
  • Staten-Generaal (Parlement) heeft twee kamers.
  • Eerste en tweede kamer = Wetgevende macht.
  • Tweede kamer gekozen door bestuurders uit provincie.
  • Eerste kamer gekozen door Willem I.


Slide 23 - Tekstslide

Uitvoerende macht
  • Parlement maakt besluit -> Regering voert uit.  
  • Regering bestaat uit ministers.
  • !! Willem I mag ministers benoemen en ontslaan !!

Slide 24 - Tekstslide

Klopt de grondwet?
Volgens de grondwet:
Volk heeft inspraak via een parlement. (Een volksvertegenwoordiging gekozen door het volk.)

Slide 25 - Tekstslide

Onze zuiderburen
  • We missen België!
  • België was rijker, voelde zich achtergesteld en wilden hun eigen bestuur doen.
  •  1830 -> Opstand!
  • 1839 -> Erkenning!
  • 1840 -> Willem zegt doei!

Slide 26 - Tekstslide

Grondwet 1815 is niet perfect.
Wat moet er veranderen?

Slide 27 - Woordweb

Opdrachten!
Lees de tekst van 2.2.1
Maak opdrachten:
1 tot en met 12.

Slide 28 - Tekstslide

Een verandering in 1 nacht, 1848.
--> Aan het einde van de les kun je 2 kenmerken van het liberalisme benoemen.
--> Aan het einde van de les kun je 2 kenmerken van het conservatisme benoemen.
--> Aan het einde van de les kan je uitleggen waarom de grondwetswijziging van 1848 historisch significant is.

Slide 29 - Tekstslide

Wat betekent historisch significant?

Slide 30 - Open vraag

Grondbeginselen!
1840 --> Willem II volgt Willem I op.
Willem II --> Conservatieve koning.
Waar ligt de macht?

Slide 31 - Tekstslide

Liberalisme
Oorsprong in de verlichting.
Denkwijze/politieke stroming.
"Ieder mens heeft verstand en kan een rol spelen in het bestuur."
--> Geboorte en afkomst maakt niet uit!

Slide 32 - Tekstslide

Liberalisme is onder rijke burgers populair. Waarom?

Slide 33 - Open vraag

Problemen in Nederland
Rijke burgers zijn niet blij. 
--> overwegend liberaal.
--> betalen veel belasting.
--> mogen niet bepalen waar het belastinggeld naartoe gaat.

Slide 34 - Tekstslide

Het revolutiejaar 1848!
Een revolutie gebeurt niet als mensen vrolijk en gelukkig zijn.
Hongersnood, ziektes en strenge winters.
Europa wordt liberaal.
Franse koning wordt afgezet.
Sommige stukken van Europa krijgen te maken met bloedig geweld.

Slide 35 - Tekstslide

Een keuze.
Liever koning met minder macht dan helemaal geen koning zijn.
In 1 nacht van conservatief naar liberaal.

Slide 36 - Tekstslide

Wat moet er veranderen in de grondwet?

Slide 37 - Open vraag

Opdrachten
Lees 2.3.1 & 2.3.2
Maak opdracht 1 t/m 6.

Slide 38 - Tekstslide

1848 Grondwet
Koning heeft niet meer alle macht. --> dit ligt bij het parlement.
Tweede kamer wordt vanaf nu gekozen door het "volk".
"Recht van initiatief" --> Tweede kamer mag wetsvoorstellen doen.
"Rechts van amendement" --> wetsvoorstelling aanpassen.
Regering legt niet langer verantwoording af bij de koning maar bij de eerste en tweede kamer.


Slide 39 - Tekstslide

1 ding dat de koning leuk vindt!
Koning is onschendbaar.
Ministeriële verantwoordelijkheid. 

Slide 40 - Tekstslide

Opdrachten
Lees de rest van de paragraaf.
Maak de resterende opdrachten.

Slide 41 - Tekstslide

Noem 2 kenmerken van het liberalisme.

Slide 42 - Open vraag

Noem 2 kenmerken van het conservatisme.

Slide 43 - Open vraag

Was de grondwetswijziging van 1848 belangrijk?

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

1848 & Willem III
"Mijn vader heeft het verpest, mijn opa deed het goed."
--> Was het niet eens met de grondwet.
--> Stuurde parlement meermaals weg.

Slide 47 - Tekstslide

Censuskiesrecht
"Je kan goed voor het land zorgen als je goed voor jezelf kan zorgen."
23 jaar, man & veel belasting.

Slide 48 - Tekstslide

ARP tegen de liberalen
Confessionele partij.
Anti-Revolutionaire Partij
Schoolstrijd

Slide 49 - Tekstslide