In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Begeleiden bij zelf - en samenredzaamheid
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag:
- Opdracht begrippen + uitleg
- Wet Maatschappelijke zorg
- Beroepshouding van de verzorgende
- Stellingen
- Debat
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht:
Wat: Beantwoord de vragen
Wie: Individueel
Hulpmiddel: geen,
Tijd: 5/ 10 minuten
Klaar: Klassikaal bespreken
Slide 4 - Tekstslide
Zelfredzaamheid: Het vermogen om je in het leven zelf te redden.
Samenredzaamheid: Het vermogen om je in het leven zelf te redden met hulp van mensen in jouw netwerk. Eigen kracht: Je talenten en je mogelijkheden om zelf oplossingen te bedenken voor situaties. Zelfregie: Zelf richting geven aan je leven, ook wanneer je een beroep op anderen moet doen om zelfredzaam te kunnen zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Zelfregie: zelf richting geven aan het leven.
Kracht: Benadruk de kwaliteiten en mogelijkheden van mensen.
Drijfveren: Ga uit van de drijfveren en motivatie van mensen.
Zeggenschap: Laat mensen zelf beslissen hun leven en over eventuele professionele ondersteuning.
Met het netwerk: Laat mensen niet alles zelf doen, maar zorg voor voortdurende interactie met het eigen sociale netwerk. Je kunt voor elkaar van betekenis zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
De uitgangspunten:
Ondersteun de eigen kracht, de eigen regie van burgers (met beperkingen).
Benut en ondersteun het netwerk/de mantelzorgers.
Benut en ondersteun vrijwilligers.
Zet zo min mogelijk professionele ondersteuning in.
Slide 7 - Tekstslide
WMO
Slide 8 - Tekstslide
Wat vraagt dit van jou?
Jouw basishouding:
- De wensen en behoeften van de cliënt zijn jouw uitgangspunt. - Je gaat uit van mogelijkheden.
- Je kijkt verder dan je cliënt alleen. Je kijkt ook naar de mogelijkheden van:
- Het netwerk van de cliënt
- De initiatieven en voorzieningen in de buurt
Slide 9 - Tekstslide
Wat vraagt dit van jou?
Jouw kwaliteiten:
- Je herkent en erkent de eigen kracht van de cliënt en je helpt de cliënt deze te benutten.
- Je brengt het eigen netwerk van de cliënt in kaart en samen bepalen jullie hoe dit netwerk te benutten.
- Je betrekt vrijwilligers en brengt ze in contact met de cliënt en mantelzorger.
Je stemt goed af met de cliënt en mantelzorger.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Hoe zouden jullie hiermee omgaan?
Slide 12 - Tekstslide
Stellingen:
Slide 13 - Tekstslide
‘Mensen kunnen veel meer zelf dan we (en zijzelf) denken.’
Geel = eens
Roze = oneens
Slide 14 - Tekstslide
‘Mensen die ondersteuning nodig hebben, moeten deze zoveel mogelijk van familie, vrienden of buren krijgen.’
Geel = eens
Roze = oneens
Slide 15 - Tekstslide
‘Iemand die ondersteuning nodig heeft, kan vrijwel altijd samen met zijn persoonlijke netwerk passende oplossingen bedenken.’
Geel = eens
Roze = oneens
Slide 16 - Tekstslide
‘Het is goed dat de overheid verwacht dat mensen meer voor elkaar zorgen.’
Geel = eens
Roze = oneens
Slide 17 - Tekstslide
Debat:
"Zelfredzaamheid bij ouderen boven de 65 moet worden bevorderd"
Slide 18 - Tekstslide
Debat:
- Groep 1 is voor 'meer zelfredzaamheid'
Schrijf zo veel mogelijk voordelen van zelfredzaamheid op!
- Groep 2 is tegen 'meer zelfredzaamheid'
Schrijf zo veel mogelijk nadelen van zelfredzaamheid op!
10 minuten --> dan gaan we tegen elkaar debatteren
Slide 19 - Tekstslide
Groep 1:
- 1 afgevaardigde mag 30 seconden spreken.
- Vervolgens mag iedereen zijn vinger opsteken om wat te zeggen
Groep 2:
- 1 afgevaardigde mag 30 seconden spreken.
- Vervolgens mag iedereen zijn vinger opsteken om wat te zeggen.
Slide 20 - Tekstslide
Regels:
Debatleider: Marit Pansier
Wil je iets zeggen: Steek je vinger op.
Heb je geen beurt? Dan houd je je mond.
Discussie: Met respect praten
De winnaar: Wint een prijs
Slide 21 - Tekstslide
Debat:
"Zelfredzaamheid bij ouderen boven de 65 moet worden bevorderd"