woordenlijst 1

woordenlijst 1
10 woorden:
 beschouwen/ verschaffen/ beseffen/ variëren/constateren/ toelichten/ hanteren/ profiteren/ interpreteren/ ondervinden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

woordenlijst 1
10 woorden:
 beschouwen/ verschaffen/ beseffen/ variëren/constateren/ toelichten/ hanteren/ profiteren/ interpreteren/ ondervinden

Slide 1 - Tekstslide

hoeveel woorden ken je al uit woordenlijst 1

Slide 2 - Open vraag

In welke zin is het woord 'hanteren' goed gebruikt?
A
Naast werkgelegenheid hanteren we voedselpakketten.
B
In welke handleiding staat hoe je dit gereedschap moet hanteren?
C
Hij hanteert deze ring niet goed.
D
Hij hanteert van dit voordeel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het synoniem voor toelichten?
A
bezorgen
B
meemaken
C
uitleg geven
D
wisselen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het synoniem voor constateren?

Slide 5 - Open vraag

In welke is het woord 'ondervinden' goed gebruikt?
A
Hij ondervindt zijn boek in de kast.
B
De man ondervindt iedere dag de problemen in het ov.
C
Hij kan zijn trui niet ondervinden.
D
In de handleiding staat hoe je deze kast moet ondervinden.

Slide 6 - Quizvraag

Wta is een synoniem voor variëren?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een synoniem voor beschouwen?
A
uitleg geven
B
met aandacht bestuderen
C
ondervinden
D
bezorgen

Slide 8 - Quizvraag

In welke zin is het woord 'profiteren' goed gebruikt?
A
De vrouw profiteert van de film.
B
Zullen we deze boeken goed profiteren?
C
Waarom profiteert deze man met de auto?
D
Hij profiteert van het reclame-voordeel bij de supermarkt.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het synoniem van beleven?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het synoniem van het woord 'interpreteren'?
A
bezorgen
B
variëren
C
een uitleg geven aan iets
D
constateren

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent beseffen?

Slide 12 - Open vraag

Ken je alle woorden al een beetje?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll