les 4: voltooid- /onvoltooid deelwoord

Werkwoordspelling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Voltooid deelwoorden
Onvoltooide deelwoorden








Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 4 - Tekstslide

[dwalen] je zusje daar helemaal alleen door het bos. (PVTT)

Slide 5 - Open vraag

Emma [beroven] oude vrouwtjes bij de vijver in het park. (PVVT)

Slide 6 - Open vraag

Onvoltooid deelwoord (od)
  • Een onvoltooid deelwoord geeft aan HOE iemand bezig is. Iets is nog niet voltooid, maar nog bezig.         
  • Huilend liep de leerling de klas uit.                                                                                                                       
  • Ik wil juichend over de finishlijn gaan
  • Gapend luisterde ik naar de docent
  • Een onvoltooid deelwoord maakt GEEN deel uit van het werkwoordelijk gezegde.       
  • Je spelt het onvoltooid deelwoord als 'infinitief + d' (soms + 'de'). Het woord wordt dan bijvoeglijk gebruikt.
  • De juichende speelster van TeamNL is blij.
  • De fietsende man racete naar zijn werk.

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (vd)
  • Iets is voltooid, het is dus al gebeurd.
  • Heeft altijd een hulpwerkwoordvan 'hebben', 'zijn' of 'worden' bij zich.     
  • Ik heb iets gevonden.                                                                                                        
  • Jij wordt geridderd.                                                                                             
  • Mevrouw Morning is door meneer Smackman gepest.
  • VD van sterke ww: vergeet de 'n' op het eind niet. Gelopen, gebraden, gereden.
  • VD van zwakke ww: pak 't ex-kofschip er eventueel bij. Gewerkt, gerend, gehaast.

Slide 8 - Tekstslide

Marie viel stikkend van het lachen van haar stoel. 'stikkend'=
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord

Slide 9 - Quizvraag

Onvoltooid deelwoord (OD)
Jan rende [schreeuwen] naar zijn moeder toe.

Slide 10 - Open vraag

od
Al [roeren] in de pan nam mijn moeder de telefoon aan.

Slide 11 - Open vraag

vd
Die jongen uit 5F is vanaf een rots het water in [duiken].

Slide 12 - Open vraag

Welk onderdeel heb je goed onder de knie en welk onderdeel vind je nog lastig?

Slide 13 - Open vraag

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 14 - Quizvraag

Bedenk nu zelf een zin met een voltooid deelwoord

Slide 15 - Open vraag

Bedenk nu zelf een zin met een onvoltooid deelwoord.

Slide 16 - Open vraag

Snap jij het verschil tussen het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord?

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk

Pak je dreigbrief erbij. Pas nu je 'grimmige' dreigbrief aan. Voeg de volgende onderdelen toe:

Minimaal 3 voltooid deelwoorden
Minimaal 2 onvoltooide deelwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video