3.6 Invloed op politieke besluiten

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

         3.6 Invloed op politieke besluiten

Wat gaan we deze les doen?

V4A en V4B vrijdag 6 december

1. Huiswerk: maken van 3.5: opdrachten 2, 4, 5, 7, 8 en 9 en lezen par. 3.6 
2. Bespreken huiswerk klassikaal
3. Par. 3.6 uitleg
4. Aan de slag: keuze
5. Nb: stof voor de toetsweek: par. 3.1 t/m 3.8

Huiswerk

2. Het recht van amendement en het recht van initiatief.

De Eerste Kamerleden mogen geen wetsvoorstellen wijzigen en mogen geen wetsvoorstellen indienen.

4. Ministers, want zij maken de meeste wetten en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Tweede Kamerleden, omdat zij het laatste woord hebben bij wetgeving.

5. Als parlementslid zou hij zichzelf als minister en lid van de uitvoerende macht moeten controleren. Dat is geen scheiding van machten.

Huiswerk

7a. De Raad van State is het belangrijkste adviesorgaan van de regering.

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van Nederland.

b. Ja, want zoals in de bron wordt genoemd, zit ze wel in de Raad maar heeft ze geen stemrecht. Haar aanwezigheid is dus meer ceremonieel , net als de rol van het koninklijk huis.

Nee, want de Raad van State is een officieel orgaan, waar zij officieel aanwezig is. Ze is daarmee dus bijvoorbeeld op de hoogte van belangrijke interne informatie.

8

9

Even terugkoppelen...waar zitten we?

Paragraaf 3.6 

Invloed op politieke besluiten

Leerdoelen 3.6

In deze paragraaf leer je:

• Welke actoren en factoren invloed hebben op de politieke besluitvorming.
• Hoe het systeemmodel van Easton werkt.
• Op welke manieren je kunt bereiken dat politici naar je luisteren.

Inleiding 

Politici nemen allerlei besluiten voor en over de samenleving. 

Toch komen veel kwesties pas op de politieke agenda als burgers er aandacht voor vragen. 

nos.nl

Invloed uitoefenen

• blz. 121 in je lesboek

Het systeem van politieke besluitvorming

In een democratie kies je via verkiezingen volksvertegenwoordigers, die dan beslissingen nemen namens de burgers. Maar hier houdt de invloed van burgers echter niet op. Het nemen van politieke besluiten is namelijk een lang proces, waarbij veel actoren (=deelnemers/betrokkenen) betrokken zijn. 

Om beter te begrijpen hoe politieke besluitvorming werkt, bekijken we  de systeemtheorie van Easton. (zie volgende slide)

Systeemmodel van Easton

1. Invoerfase: Is er veel uitgaansgeweld en vallen er slachtoffers? Dat kun je lezen op diverse media. Ook kunnen mensen hun lokale politici benaderen. Deze kwesties komen dan via media, pressiegroepen en oppositie op de politieke agenda. We noemen deze actoren daarom ook wel poortwachters.

2. Omzettingsfase: politici pakken de kwestie op. Een kamerlid vraag aan de minister wat hij gaat doen tegen dit uitgaansgeweld. Ze moeten hierbij rekening houden met belangen van verschillende groepen en betrokkenen.

Dan gaan ambtenaren het onderzoeken. Dan volgt besluitvorming. Parlement moet nog wel stemmen hierover. Dan volgt de volgende fase

3. Uitvoerfase: ambtenaren moeten zorgen dat besluiten worden uitgevoerd. Ze regelen bijvoorbeeld camera's in uitgaansgebied. Als er iets niet goed gaat blijft de minister verantwoordelijk.

4. Terugkoppelingsfase: in deze fase blijkt of de aanpak werkt. Is de veiligheid verbeterd in uitgaansgebieden? Soms blijkt dat het niet werkt of dat er een ander probleem is ontstaan. Dan begint het weer opnieuw.

Maken: vraag 7 op blz. 90

Antwoord vraag 7

Omgevingsfactoren

Politieke actoren

Politieke besluitvorming komt tot stand via een wisselwerking tussen politici en allerlei individuen, groepen en instanties in de samenleving. 

Bijvoorbeeld bij alcoholmisbruik onder minderjarigen: de minister van volksgezondheid zal dan verschillende mensen om advies vragen: verslavingsdeskundigen, artsen,  hersenonderzoekers, horecaondernemers, VVN, leraren, ouders, politie...enzovoort

Politieke debat

1. Burgers

2. Actie- en belangengroepen

3. Bedrijven

• professionele lobbyisten
• belangen en geld spelen een grote rol
• voorbeeld: tabaksindustrie 

4. Ambtenaren

5. Media

Pluriformiteit

Aan de slag!

Huiswerk: maken van 3.6 opdracht 2, 3, 4, 7, 9 en 11 en lezen paragraaf 3.7

KEUZE:

• beginnen aan huiswerk
• verder met je PO
• Nb: na de kerstvakantie starten we direct met de presentaties