Read 2 me

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Read2me - voorleeswedstrijd
  • Wat gaan we doen?
  • Hoe lees je goed voor?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Read2Me


  • 1 klassenwinnaar + reserve
  • 1 schoolwinnaar (18 januari)
  • 1 regiowinnaar 
  • 1 landelijke winnaar

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • We gaan een boek lezen met de hele klas, waarbij jullie één voor één een stukje voorlezen
  • Er wordt 1 winnaar + een reservewinnaar gekozen
  • De klassenwinnaars lezen op 18 januari voor aan de schooljury. Hieruit wordt een schoolwinnaar gekozen.
  • De schoolwinnaar mag voorlezen in de bibliotheek. Daar wordt dan de regiowinnaar gekozen (+- maart 2024) 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lees je goed voor?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een goede voorlezer 
goed tempo
verstaanbaar
met gevoel

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg: Wat maakt iemand een goede voorlezer?
Op de dia staan drie plaatjes. Waar hebben deze plaatjes mee te maken?
1. Snelheid (Een goed tempo is belangrijk, kijk ook af en toe op van de bladzijde om je rust te pakken. Bij een stuk vol actie kan je sneller lezen, bij een stuk waar de spanning wordt opgevoerd lees je weer langzamer)
2. Lees goed hardop zodat iedereen het kan horen.
3. Probeer het gevoel van de tekst over te brengen (vreugde, verdriet, woede, maar ook humor).

Hoe klinkt het verschil?

Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: klemtoon
De klemtoon in een zin is ook belangrijk. Hier zie je vijf zinnen. Wie wil de eerste zin voorlezen, met de nadruk op het onderstreepte woord. (Spreek dus het onderstreepte woord wat harder uit.)
“Moet ik dit nu doen?”
En nu de tweede zin, weer met de nadruk op het onderstreepte woord van die zin.
“Moet ik dit nu doen?”
Betekenen de twee zinnen precies hetzelfde? Lees samen ook de overige zinnen lekker overdreven voor. En puzzel op de betekenis van iedere zin.

Hoe lees je goed voor?
Het juryformulier bekijken 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een paar voorleestips!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle tips op een rijtje...
1. Lees voor uit een boek dat je zelf mooi vindt en dat je helemaal gelezen hebt.
2. Kies een goed fragment en maak zo de luisteraars nieuwsgierig naar de rest.
3. Gebruik je eigen stem. Wissel af in snelheid of in volume om hetspannend te maken. Leg ook af en toe nadruk op één woord.
4. Leef je in in de karakters van het verhaal en breng de emotie over.
5. Lees rustig voor. Neem de tijd, dan komt je verhaal beter over.
6. Oefenen, oefenen, oefenen...

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende lessen

Leest steeds een aantal leerlingen een stukje voor uit ons gezamenlijke boek.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitkiezen fictie boek 2
Kijk ook weer op www.lezenvoordelijst.nl
12-15 jaar

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Vrijdag:
- Lezen read2me
- fictie H23

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies