In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.5 IJsselmeergebied en de zuidwestelijke delta
Domein Leefomgeving
Hoofdstuk 1
4 HAVO
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:
overstromingsrisico’s en het rivierbeleid van de overheid vanuit verschillende dimensies (veiligheid, economie en natuur) analyseren.
uitleggen dat door de zeespiegelstijging het spuien op zee steeds moeilijker wordt.
uitleggen hoe afsluitbare waterkeringen en bergingsgebieden er bij hoog water voor kunnen zorgen dat overstromingsrisico’s beperkt worden.
verklaren dat de overstromingsrisico’s in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta toenemen bij een combinatie van springtij, noordwesterstorm en piekafvoeren van de rivieren.
Slide 2 - Tekstslide
Zoek de verschillen
Slide 3 - Tekstslide
Zuiderzee
Inpolder plan Cornelis Lely: Meer landbouwgrond i.v.m. voedsel te korten (WO1) en veiligheid
Slide 4 - Tekstslide
Plaats de gebeurtenissen op chronologische volgorde
1886
1914
1916
1920
1932
Plan Lely
WO 1
Waters noodramp
Start bouw afsluitdijk
Afsluitdijk klaar
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Zoetwater
- Belangrijk als zoetwatervoorraad.
- Grootste zoetwateropslag in Nederland. - Met klimaatverandering gaat het IJsselmeer dus steeds een belangrijkere rol spelen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Het IJsselmeergebied nu
Slide 10 - Tekstslide
Zuidwestelijke delta
De Zuidwestelijke Delta bestaat uit:
Zeeland
Zuid-Hollandse eilanden
het westelijk deel van Noord-Brabant
in dit gebied door.
Slide 11 - Tekstslide
Vroeger was dit gebied een trechter-vormige riviermonding,
een estuarium
nu door dammen zoete en brakke meren
Slide 12 - Tekstslide
In 1953 braken als gevolg van een extreem hoge waterstand de dijken
Als gevolg van deze waters-noodramp werd het Deltaplan uitgevoerd, waarbij bijna alle zeearmen werden afgesloten met
waterkeringen.
Slide 13 - Tekstslide
Alleen de Westerschelde is niet afgesloten van de zee, waarom niet?
Omdat daar het scheep-vaartverkeer van de haven van Antwerpen doorheen moet.
Slide 14 - Tekstslide
Stuw bij Driel
Sluizen afsluitdijk
Haringvliet sluizen
Slide 15 - Sleepvraag
IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta
Blijft kwetsbaar gebied door klimaatverandering en bodemdaling.
Grootste gevaar bij combinatie springtij, noordwesterstorm en piekafvoer.
Springtij is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Niet alleen het hoogwater is dan hoger dan gemiddeld, het laagwater is dan ook lager dan gemiddeld.
Springtij treedt eens in de ongeveer 15 dagen op en volgt gemiddeld ruim twee etmalen op het moment dat de getijkrachten van de maan en die van de zon dezelfde richting hebben en elkaar maximaal versterken. Dat laatste is het geval wanneer zon, maan en aarde in een rechte lijn staan, dus tijdens nieuwe maan en volle maan.
Een noordwesterstorm is extra gevaarlijk in Vlaanderen, Nederland en Noord-Duitsland omdat daardoor het water in de Noordzee wordt opgestuwd.
Slide 16 - Tekstslide
Klimaatverandering
zorgt voor een absolute zeespiegelstijging, waardoor rivieren hun water minder goed kunnen lozen op zee.
Slide 17 - Tekstslide
Dit wordt versterkt door de effecten van het getij en het weer:
bij springtij staat het zeewater extra hoog;
Slide 18 - Tekstslide
bij noordwesterstorm wordt zeewater verder opgestuwd in de riviermonden;
bij zware neerslag in het stroomgebied (en eventueel smeltwater) ontstaat er een piekafvoer.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Aan de slag
Maak de verkorte leerroute van paragraaf 1.5 en de hoofdvraag
Slide 22 - Tekstslide
Stuw bij Driel
Haringvliet sluizen
Sluizen afsluitdijk
De sluizen worden bij eb opengezet om water af te voeren naar de Noord- en Waddenzee.
De stuw bij Driel regelt de stroming van de IJssel.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
1953
- De afsluitingsplannen der Tussenwateren verscheen
29 januari 1953.
- Drie dagen later, op 1 februari 1953, de watersnood.