Les 8 Ga je mee?

Les 8 Ga je mee?
Les 8 Ga je mee? 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 8 Ga je mee?
Les 8 Ga je mee? 

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
  • weet je meer over hoe mensen en vrachten         werden vervoerd
  • heb je kennis gemaakt met 14 nieuwe woorden

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat

het vervoer:     spullen of mensen naar een ander plek brengen
temmen:           dieren tam maken. Ze zijn dan niet meer wild
de lama:            soort kleine kameel zonder bult
het rendier:      een groot hert met brede hoorns
de muilezel:     een dier waarvan de vader een paard en de                                             moeder een ezel is










Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat
het hoefijzer:    een gebogen stuk ijzer dat vastgemaakt wordt onder de 
                                hoeven van paarden als ze vaak op harde grond moet lopen

massief:              als iets massief is, dan is het van binnen en van buiten 
                                helemaal van dezelfde stof gemaakt
de kei:                  de grote gladde steen
slijten:                  langzaam kapot gaan
de vracht:            spullen die vervoerd worden








Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat
de spaken:          dunne staven die in een wiel zitten
de postkoets:    een rijtuig waarmee vroeger post vervoerd werd                                   en ook mensen mee kon nemen
het rijtuig:           wagen die door paarden wordt getrokken en die                                   reizigers meeneemt
aanleggen:        hier: een weg aanleggen betekent een nieuwe                                      weg maken

Slide 5 - Tekstslide

filmpje
De pre-historische vriendjes hebben 
per ongeluk het wiel uitgevonden.
Maar hoe nu verder

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Denkvraag
In het filmpje hebben ze het over: Het loopt op rolletjes.
Wat denk je dat dit betekent?

Slide 8 - Tekstslide

Wat ga je in deze tekst lezen denk je?


Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
Voordat het wiel was uitgevonden, reden de mensen op dieren. De dieren werden ook gebruikt om vrachten op te dragen. 
Een vracht noem je ook wel een last. In heel veel landen worden nog steeds lastdieren gebruikt voor het vervoer van goederen en mensen. Voordat deze dieren echte lastdieren zijn, worden ze eerst getemd. Pas dan kunnen ze een last op hun rug nemen.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom moeten de dieren getemd worden volgens deze inleiding?
A
Anders vallen de spullen van hun rug.
B
Anders loopt het dier de verkeerde kant op
C
Anders is het moeilijk om de vracht op hun rug te zetten.
D
Dat staat niet in de tekst.

Slide 11 - Quizvraag

Alinea 1
Lama's worden veel als lastdieren gebruikt in Zuid-Amerika. Ze kunnen heel goed op steile bergpaden lopen. Met kamelen kun je door de woestijn reizen. Ze hebben brede platte poten, zodat ze niet in het zachte zand wegzakken. Een rendier kan heel goed tegen de kou. In Lapland wordt hij daarom als lastdier gebruikt. Hij trekt een slee met een zware vracht erop gemakkelijk door de sneeuw.

Slide 12 - Tekstslide

Denkvraag

Waar gaat deze alinea vooral over, denk je?

Slide 13 - Tekstslide

Alinea 2

Paarden, ezels en muilezels kunnen met gemak zware lasten dragen. Ook op heel slechte wegen. Hun hoeven slijten dan wel erg snel? Daarom beschermt men die met hoefijzers.

Slide 14 - Tekstslide

Denkvraag
Wat is het nadeel als dieren als lastdier gebruikt worden volgens deze tekst?
 
Is er ook een oplossing voor het nadeel?

Slide 15 - Tekstslide

Alinea 3
Niemand weet wie het wiel heeft uitgevonden. Het was een geweldige ontdekking. Het vervoer werd daardoor een stuk eenvoudiger. De eerste wielen waren van massief hout. Ze waren heel zwaar. Langzaam maar zeker leerde men de wielen lichter en sterker te maken. De Romeinen gebruikten houten wagens die door paarden werden getrokken. Zij hadden al wielen met spaken Daardoor waren die wielen een stuk lichter.

Slide 16 - Tekstslide

Wat hadden de schrijvers ook moeten vertellen?
Over drie van de antwoorden heeft de schrijver wel iets verteld.
A
Waarvan het eerste wiel is gemaakt.
B
Hoe het wiel sterker is gemaakt.
C
Waarom het wiel zo’n goede uitvinding was.
D
Waarom de wielen van de Romeinen lichter waren.

Slide 17 - Quizvraag

Alinea 4
Lang geleden waren er nog geen treinen. En de wegen die er waren, waren erg slecht. De mensen reizen toen van de ene plaats naar de andere met een postkoets. De postkoets was een niet al te zwaar rijtuig, dat meestal door paarden werd getrokken.Om een afstand van 100 km af te leggen, had men een hele dag nodig. Een postkoets bracht niet alleen de post weg, hij vervoerde ook mensen.

Slide 18 - Tekstslide

Denkvraag

Waarom konden in een postkoets 
ook mensen meereizen, denk je?

Slide 19 - Tekstslide

Alinea 5
De Romeinen waren de eersten die wegen aanlegden.In heel Europa hebben ze honderden kilometers weg aangelegd. Ze maakten daarbij gebruik van zware keien. Veel oude steden in Europa hebben nog wegen die honderden jaren oud zijn. Die zijn gemaakt van kinderhoofdjes, dat zijn kleine bolle stenen. Als het regent of sneeuwt, kunnen deze straten erg glad zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Denkvraag

De Romeinse wegen kunnen erg glad worden in de winter. Waardoor komt dit, denk je?

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Klopte je voorspelling die je deed voordat je ging lezen?

Slide 22 - Tekstslide