Hobby's en vrije tijd

• NT2
• ISK

Unit 1: Hobby's en vrije tijd

Students understand how to communicate about hobbies using language tailored to resonate with audiences. 

The impact of word choice allows the student to convey their passions and interests effectively, exploring identities and relationships.

  

Wat is je hobby/
Wat zijn je hobby's?

Wat is dit?

1. Basketballen
2. Dansen
3. Voetballen
4. Tennissen

Wat is dit?

1. Zeilen
2. Dansen
3. Chatten
4. Muziek maken

Wat is dit?

1. Schaken
2. Dansen
3. Koken
4. Tekenen

Wat is dit?

1. Eten
2. Dansen
3. Koken
4. Gamen

Wat is boring in het Nederlands?

1. Saai
2. Leuk
3. Gek
4. Genieten

Wat is fun in het Nederlands?

1. Saai
2. Leuk
3. Streng
4. Spannend

Kijk naar de video's.

Kijk-vragen:

1. Wat voor hobby's hebben deze kinderen?

2. Wat vinden deze kinderen leuk?

3. Wat  hebben zij nodig voor hun hobby's?

A. Welke sport zie je op de foto? Schrijf de antwoorden op in je schrift. Werk in tweetallen: #1 en #2 samen en #3 en #4 samen.

Antwoorden

Grammar

Kijk naar de vervoeging van het werkwoord hieronder. Zo een werkwoord noemen we een categorie 1-werkwoord

Generalisations/ Conclusions: Schrijf deze drie zinnen in je schrift en vul ze aan.

To find the ik-vorm of a Dutch verb from category 1, we …………………………………………………………………………………………

To find the jij/ u/ hij/ zij-vorm of a Dutch verb from category 1, we …………………………………………………………………………………………

To find the wij/ jullie/ zij-vorm of a Dutch verb from category one, we ……………………………………………………………………………

Schrijf de antwoorden op in je schrift

Antwoorden

Opdracht 2: Lees de zin. Schrijf de goede vervoeging van het werkwoord.

Ik ________________ naar mooie muziek. (luisteren)

Hij _______________ thee met suiker. (drinken)

Het meisje ______________ met de hond. (wandelen)

De kinderen _____________ samen. (lachen)

De jongen ______________ met het springtouw. (springen)

Wij _____________ met de bal. (gooien)

Jullie ____________ naar de vogels (= birds). (kijken)

De vrouw _____________ een lied. (zingen)

Antwoorden

Lees dit interview

Welke sport doet de sportvrouw?

1. hockeyen
2. schaatsen
3. tennissen
4. zeilen

B. Wat zie je op het plaatje? Schrijf het antwoord op in jouw schrift. 

Kies uit: de bal - dansen - tekenen - vertellen - de vrienden - weer - zwemmen. 

Je hebt één woord niet nodig!

Antwoorden:

Kies uit: de bal - dansen - tekenen - vertellen - de vrienden - weer - zwemmen. 

de bal

de vrienden

dansen 

zwemmen

tekenen 

vertellen 

C. Luisteropdracht: Criterion A

Schrijf de antwoorden op in je schrift. Werk in tweetallen: #1 en #2 samen en #3 en #4 samen.

docs.google.com

Antwoorden Luisteropdracht: Criterion A

schaken

voetballen

tennissen en ballet

paardrijden

schilderen

fotograferen

Welke zin betekent bijna hetzelfde?
"Voetballen is mijn hobby".

1. Ik voetbal nooit.
2. Ik voetbal niet graag.
3. Ik voetbal graag.
4. Voetballen is mijn werk.

F. Vul de juiste prepositie in. 

Kies uit: aan - naar - op - aan - bij - naar

Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Werk in tweetallen: #1 en #2 samen en #3 en #4 samen.

Antwoorden

op

naar

bij

aan

naar

aan

Waar denk je aan, als je "vrije tijd" hoort?

Waar denk je aan,
bij "vrije tijd"?

Vrije tijd

I. Wat doe jij het liefst in jouw vrije tijd? Vertaal de woorden voor jezelf en maak een lijstje in je schrift van dingen die jij in je vrije tijd doet. Voeg dingen toe die je niet in het lijstje ziet staan.

In mijn vrije tijd doe ik het liefst: ............................

.................................................

.................................................

G. Vul de ontbrekende woorden op de juiste plaats in. Kies uit: 

• reizen
• muziek
• theater
• koffie
• koken
• chatten
• café
• bioscoop
• fotograferen
• lezen

Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Werk in tweetallen: #1 en #2 samen en #3 en #4 samen.

Antwoorden

• reizen
  
• muziek
  
• theater
  
• koffie
  
• koken
  
• chatten
  
• café
  
• bioscoop
  
• fotograferen
  
• lezen

theater

chatten

muziek

lezen

bioscoop

reizen

koffie

fotograferen

café

koken

H. Wat doen Nederlanders in hun vrije tijd?

Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Werk in tweetallen: #1 en #2 samen en #3 en #4 samen.

Je gaat in groepjes werken.

1. Lees de tekst in groepjes: #1 en #2 samen en #3 en #4 samen.

2. Zie je moeilijke woorden?

3. Help elkaar met de vertaling van deze woorden.

4. Maak de opdrachten. 

J. Lees deze tekst in groepjes:#1 en#2 samen en#3 en #4 samen.

Schrijf de antwoorden in jouw schrift op.

 Leesvragen: 

1. Welke hobby heeft Tim?

2. Hoe vaak sport hij per week?

3. Wat heeft Tim nodig om te kunnen voetballen?

4. Wat kost het sportabonnement van Tim per maand?

5. Vind jij zijn sportabonnement duur of goedkoop en waarom?

 K.  Lees deze tekst in groepjes:#1 en #2 samen en #3 en #4 samen. Schrijf de antwoorden in jouw schrift op.

Wat kun je zeggen?

Lees dit gesprek

Anna: "Hoi Mark! Wat doe jij graag in je vrije tijd?"

Mark: "Hoi Anna! Ik speel graag gitaar."

Anna: "Oh, leuk! Hoe vaak speel je gitaar?"

Mark: "Ik speel elke dag, meestal 's avonds."

Anna: "Wauw, dat is vaak! Speel je ook in een band?"

Mark: "Nee, ik speel alleen thuis. Wat is jouw hobby, Anna?"

Anna: "Ik hou van schilderen. Ik schilder elke zaterdag."

Mark: "Wat leuk! Schilder je mensen of natuur?"

Anna: "Ik schilder graag bloemen en bomen."

Wat is de
hobby van Mark?

1. Schilderen
2. Gitaar spelen
3. Boeken lezen
4. Viool spelen

Hoe vaak
speelt Mark gitaar?

1. Elke dag
2. Eén keer per week
3. Twee keer per week
4. Drie keer per week

Wat is
de hobby van Anna?

1. Dansen
2. Schilderen
3. Gitaar spelen
4. Viool spelen

Wat schildert
Anna het liefst?

1. Mensen
2. Dieren
3. Bloemen
4. Bomen

wordwall.net

wordwall.net

lingua.com

docs.google.com

Dit is een voorbeeld van een interview over hobby's en vrije tijd. Lees dit interview en maak samen met je klasgenoot een interview over jullie hobby's en vrije tijd. De ene keer ben jij de interviewer en de andere keer ben jij de geïnterviewde. Schrijf eerst het transcript op. Oefen daarna het interview met elkaar.

Interviewer: Hallo! Wat is jouw favoriete hobby?

Persoon: Hoi! Mijn favoriete hobby is voetballen.

Interviewer: Leuk! Hoe vaak voetbal je?

Persoon: Ik voetbal drie keer per week.

Interviewer: Speel je in een team?

Persoon: Ja, ik speel in een team met mijn vrienden.

Interviewer: Gezellig! Wat doe je graag in je vrije tijd?

Persoon: In mijn vrije tijd kijk ik graag naar films en lees ik boeken.

Interviewer: Naar wat voor soort films kijk je graag?

Persoon: Ik kijk graag naar actie- en komediefilms.

Interviewer: En wat voor boeken lees je?

Persoon: Ik lees vaak avonturenboeken.

Interviewer: Dat klinkt leuk! Bedankt voor het gesprek.

Persoon: Graag gedaan!

Het