Examenteksten overzicht, signaalwoorden + oefeningen

Examentraining Engels
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Engels

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar gaan we mee bezig?
  • Informatie over examen Engels
  • Signaalwoorden
  • Vraagsoorten met uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Welk niveau hoor je te hebben?
Je bent ooit begonnen op A1 niveau, op je eindexamen wordt er van je verwacht dat je op B2 niveau zit.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw van een examen
Look at your example exam!

  • Een examen begint vaak met makkelijke teksten
  • Het middenstuk bevat moeilijkere teksten
  • Het examen eindigt weer met wat makkelijkere teksten 

Slide 7 - Tekstslide

Words
Do you know the following words?

Slide 8 - Tekstslide

for example

Slide 9 - Open vraag

however

Slide 10 - Open vraag

likewise

Slide 11 - Open vraag

in the mean time

Slide 12 - Open vraag

that is why

Slide 13 - Open vraag

as a result

Slide 14 - Open vraag

besides

Slide 15 - Open vraag

therefore

Slide 16 - Open vraag

that's why

Slide 17 - Open vraag

describe

Slide 18 - Open vraag

rather than

Slide 19 - Open vraag

unless

Slide 20 - Open vraag

Questions
Do you know these questions?

Slide 21 - Tekstslide

How does the writer introduce the topic?
A
Hoe stelt de schrijver zich voor?
B
Hoe introduceert de schrijver zichzelf?
C
Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
D
Hoe schrijf je een introductie?

Slide 22 - Quizvraag

What does the word refer to?
A
Waar wijs je naar?
B
Waar verwijst het woord naar?
C
Wat betekent het woord wijzen?
D
Wat doet het woord verwijzen daar?

Slide 23 - Quizvraag

What is the main point of paragraph 5?
A
Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
B
Wat is het punt van alinea 5?
C
Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
D
Is dat het punt van alinea 5?

Slide 24 - Quizvraag

What is mentioned about dogs?
A
Wat is er met honden?
B
Hoe worden honden vaak genoemd?
C
Hoe noem je een hond?
D
Wat wordt er gezegd over honden?

Slide 25 - Quizvraag

What becomes clear in line 17?
A
Dat is duidelijk regel 17.
B
Wie schreef regel 17?
C
Wat wordt er duidelijk in regel 17?
D
Regel 17 lijkt mij duidelijk.

Slide 26 - Quizvraag

What can be concluded in paragraph 3 and 4?
A
Welke conclusie wordt er gemaakt?
B
Welke conclusie wordt er duidelijk in alinea 3 en 4?
C
Is dat de conclusie van de tekst?
D
Wat is de conclusie?

Slide 27 - Quizvraag

Which of the following words mean ...
A
Wat betekenen deze woorden?
B
Wat betekent het volgende?
C
Welke van de volgende woorden betekent...
D
Wie is bekend met de volgende woorden?

Slide 28 - Quizvraag

Soorten vragen
  • Multiple choice vragen
  • Juist/onjuist vragen
  • Open vragen
  • Citeer vragen
  • Sorteervragen
  • Welk tussenkopje/welke persoon hoort ergens bij

Slide 29 - Tekstslide

Weet je nog welke strategie?
- Oriënteren
= titel, plaatje, bron 
- Tekst vluchtig doorlezen
= soort tekst, structuur tekst, belangrijke informatie
- Lees de vragen
= markeer jouw antwoord in de tekst!
- Let op signaalwoorden!

Slide 30 - Tekstslide

Let op
- Examen is ongeveer 42 vragen, je hebt 2 uur (=120 minuten)
Dat is ongeveer 3 minuten per vraag. 
- Je mag (of misschien wel MOET) markeren in jouw examen.
- Je mag het examen in jouw eigen volgorde maken
- Lees nauwkeurig (=niet te snel)
- Gebruik een woordenboek
- Controleer voordat je inlevert dat je ALLES hebt ingevuld!

Slide 31 - Tekstslide

Extra let op
LEES ALSJEBLIEFT DE VRAAG GOED! 
- Open vragen in het Nederlands antwoorden. (KORT!)
- Citeren = neem over uit de tekst 
Er staat altijd bij wat: woord, deel van de zin, hele zin, eerste twee/laatste twee woorden.
- Lees je antwoord terug: heb je echt antwoord gegeven op de vraag?

Slide 32 - Tekstslide

Eindexamen Engels vmbo
Dinsdag 14 mei
  • 13:30-15:30

Duurt dus 2 uur!

Slide 33 - Tekstslide

Wat komt hierna?
Op de volgende dia's kun je telkens een filmpje kijken.
  1. Multiple choice vragen
  2. Juist of onjuist vragen
  3. Citeervragen

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video